Digitale platformen

In onze digitaliserende wereld spreken we steeds vaker over ‘platformen’. Een platform waar voor een bepaalde toepassing software, communicatie en data samen kunnen werken. Het begrip platform wordt door Wikipedia aangeduid als een vloer waarop ‘opbouwen’ mogelijk zijn: een deels verhoogde vloer die boven de omgeving uitsteekt. Zo is een platform voor een auto het type chassis inclusief ophanging waarop verschillende carrosserieën worden ontwikkeld en gemonteerd. Ook organisatorisch spreken we over platformen die een afgesproken en begrensde basis zijn voor samenwerking en overleg. Zelfs onze aarde kent geologische platformen: diepe delen van de aardkorst die uit zeer oud gesteente bestaan. En na aankomst van een vliegtuig op een vliegveld taxiet het vliegtuig naar ‘het platform’ waar passagiers en vracht kunnen worden gewisseld.

Software
Voor digitale platforms stelt wiki dat het vaak een basis is voor software-ontwikkeling, zoals Java, .Net, Windows, Linux of Mac. Ontwikkelplatforms: verzamelingen van hulpmiddelen die de ontwikkelaar van software ondersteunt bij het schrijven en gebruiken van herbruikbare functionaliteit. Het platform wordt gezien als de abstractie die de afstand tussen programmeur en hardware vergroot. Een abstracte omgeving waar men los van de onderliggende hardware, functies, algoritmen, werkwijzen en afhandeling van instructies kan definiëren en toepassen. Een virtuele wereld waar men processen en dataverwerking beschrijft die uiteindelijk door elektronica in een hardware wereld wordt uitgevoerd.

Maar platformen worden ook voor specifieke communities ontwikkeld. Voor groepen gebruikers en toepassingsomgevingen waar functie en uitvoering is gericht op die gebruikersgroep en de leden van een gemeenschap. Een zorgplatform is gericht op toepassingen in de gezondheidszorg. Dat kan variëren van het verlenen van zorg tot het verzekeren ervan. Van het organiseren van zorg tot het gebruik door een patiënt van de zorg die op dat platform wordt aangeboden. Platformen worden dynamisch omdat men voor levendige gebruikersomgevingen vaak innovatief nieuwe diensten en gebruiks-mogelijkheden weet te ontwikkelen.

Gemeenschappelijk platform
Steeds vaker wordt over platforms gesproken als basis voor dienstverlening. Een energie-platform als basis waar op digitaal ondersteunde wijze, energie- en comfortdiensten worden aangeboden en geleverd. Denk aan hoe wij thuis onze elektriciteit, gas en water leverancier kiezen en die nutsvoorziening vervolgens afnemen. Steeds meer worden deze nutsvoorzieningen digitaal gekozen, afgenomen en afgerekend. Slimme meters, geautomatiseerde betalingen en digitaal beheerde EAN-aansluitingen. Want elke aansluiting van een nutsvoorziening op uw eigen energieplatform is voorzien van een EAN-code, een afkorting van het Europees Artikel Nummer. Een getal dat bestaat uit 18 cijfers waardoor leveranciers of netbeheerders direct kunnen zien welke aansluiting het betreft. Iedereen kan zijn eigen EAN-codes terugvinden in het EAN-codeboek en is de basis van de informatierelatie met uw nutsleverancier.

Een platform is ook steeds vaker een afgeschermde online-omgeving waar je met derden kunt communiceren. Je moet je aanmelden om toegang te krijgen en ze kunnen gratis of betaalde diensten aanbieden. Iedereen kent intussen alle sociale platforms voor het aangaan en onderhouden van sociale contacten. Van Facebook tot LinkedIn en van Twitter tot Instagram. Maar steeds vaker zien we allerhande publieke en zakelijke platforms ontstaan die ons nieuwe mogelijkheden bieden om maatschappelijk en commercieel activiteiten te ontwikkelen en uit te voeren. En dan niet de commerciële platformen om vakanties te boeken, restaurants te reserveren of taxi’s te bestellen. Maar toegang tot platformen van onze rijksoverheid, onze gemeente, onze zorgverzekeraars, onze bankrelaties en onze nutsbedrijven. Ons leven is steeds vaker gekoppeld met maatschappelijk relevante digitale platforms. Van wijkagent tot buurtpreventie, van huisarts tot wijkverzorgster, en van leraar tot onderwijsplatform.

Platform economie
We worden onderdeel van een platform economie. Wikipedia beschrijft dit als een omgeving waar diensten en goederen via digitale platforms worden besteld, geleverd en afgerekend. Onze arbeidsmarkt wordt als platformeconomie benoemd. Er zijn specifieke platformen voor seizoen gerichte arbeid, zzp-ers en horecapersoneel. En zij worden steeds vaker digitale online platformen waar de diensten van voor tot achter digitaal worden afgehandeld, zoals Über en Airbnb. Ook onze overheid organiseert zich in platformen om ons heen; van belasting tot vergunningaanvraag, van WOZ tot de afvalophaaldienst. De platform-economie staat nog in zijn kinderschoenen. Er zijn nog heel wat juridische, technische en financiële uitdagingen en verkeerde prikkels om deze nieuwe economie volwassen te laten worden.

Er wordt al langer over de toekomst van de platformmaatschappij gediscussieerd. Vooral over hoe onze publieke waarden te waarborgen binnen deze nieuwe platformsamenleving. Een samenleving waar we steeds meer zaken als een dienst kunnen afnemen. Hoe kunnen we als burger en overheid de controle over deze platformen behouden cq terugkrijgen? Maar ook hoe kunnen deze platformen sturend worden wat betreft domeinen als vervoer, journalistiek en hoger onderwijs. Hoe onafhankelijk zijn deze platformen of wordt ons een ‘voorgekookte’ en maatschappelijk wenselijke mening of dienst aangeboden? Het ‘Big Brother is watching you’ kan makkelijk een platform binnendringen. Hoe onafhankelijk is de platformeigenaar? Kan ik überhaupt nog maatschappelijk ongewenste diensten afnemen en wie heeft dat bepaald?

Uitdagingen en gevaren
In toenemende mate omringen we ons met digitale maatschappelijke en economische platformen voor allerhande noodzakelijke en nuttige dienstverlening. Bij de vooraf gestelde juridische voorwaarden wordt meestal snel doorgeklikt en voor eenvoudig sociaal verkeer is dat risico nog te overzien. Maar als we overheidsdiensten en essentiële maatschappelijke diensten via deze digitale platformen gaan afnemen, dan zullen de (onderliggende) voorwaarden en garanties voor die dienstverlening steeds crucialer worden. Wat zijn de rechten en plichten van de aanbieder versus de rechten en plichten van de burger als afnemer?

Wat moet de rol van ons als burger zijn? En hoe willen wij onze maatschappij hierop inrichten? Welke rol mag en moet de politiek hier wel, of juist niet in spelen? We hebben steeds meer toegang tot open brondata die ons zonder bias data toont van onze samenleving. Data die (nog) geen informatie is, niet tot boodschap is gevormd en dus ook niet gekleurd is. Zowel de lokale als de landelijke overheid speelt drie verschillende rollen: zij zijn gebruikers, ze zijn toezichthouder en handhaver en daarnaast eveneens ontwikkelaar bij de creatie van nieuwe open data. Echter de wetten voor deze platformen – voor zover ze er zijn – stammen nog uit de analoge twintigste eeuw.

Als Fortierra zien wij dat toegang tot gestandaardiseerde en getoetste open data steeds belangrijker wordt voor zowel burger (grondwet en grondrechten) en overheid (toezichthouder en handhaver) steeds belangrijker wordt. Data zelf is objectief en staat bijna nooit een discussie; mits aantoonbaar waar, door wie en waarom het is gemeten en opgeslagen. De discussie ontstaat pas als we data gaan koppelen, verbinden en een waarde en een boodschap aan die data geven. Dan wordt de data pas een onderdeel van een potentieel gekleurd bericht.

Photo by Martin Reisch on Unsplash