Staat zonder data alles stil? 

Er wordt heel veel gesproken over digitale transformaties. Tijdens een workshop vorige week voor toezichthouders ontstond een discussie of digitaal worden echt een ‘must’ is: een goede pizzabakker heeft als ondernemer zelf geen digitale ondersteuning nodig, zijn klanten komen vanzelf naar hem toe als zijn vakmanschap op sociale media bekend wordt. Ook ontstond in de discussie de vraag of digitaal ondersteunend was of dat het digitale proces in feite de kern van de business is geworden. Staat een bedrijf stil als de digitale data niet kan worden benaderd? Met de Citrix uitval de laatste dagen kunnen we niet anders dan constateren dat dat in veel gevallen intussen de situatie is. Zonder digitale data staat inmiddels (bijna) alles stil.

Datamining
Ik werk momenteel bij Fortierra, een ‘open data’ bedrijf. Wij verkopen digitale data die wij eerder hebben gewonnen in openbare databronnen. Wij mijnen die data uit meer dan 450 legale open databronnen. Het is letterlijk zoeken en ontginnen van diepe data-mijnen, omdat veel data wel openbaar wordt gesteld, maar de vindbaarheid lastig is. Soms omdat er geen bekendheid aan die data-mijn wordt gegeven, soms omdat die data-mijn ‘opeens’ via een ander IP-adres moet worden gevonden en vaak omdat open data nog geen hot topic is in Nederland.

Alle data die met belastinggeld wordt gegenereerd, is in principe openbaar, tenzij er hiervoor wettelijk beperkingen bestaan. Die beperkingen zijn vaak veel beperkter dan onze overheden ons soms willen doen geloven. Veel open data is slecht te vinden in de schemerige catacomben van onze digitaliserende overheid. Dat sommige departementen en ZBO’s het data-gesnuffel van Fortierra soms hinderlijk vinden, maakt niet dat we illegaal bezig zijn. Integendeel, de wet stelt dat open data voor burgers en ondernemingen toegankelijk en transparant moet zijn. Het vervelende is echter dat die data in allerhande ‘stove-pipes’ zit die absoluut niet gestandaardiseerd en dus niet combineerbaar zijn. En soms ook voor de overheid zelf interessante handelswaar is . . .

Data-cleansing
Cleansing betekent reinigen of opschonen. Data-cleansing is dus een eerste activiteit als je ergens open data vindt: waarom is het gemaakt, door wie wordt het openbaar gemaakt, wat betekent de betreffende data en op basis van welke standaarden is het gepresenteerd? Data uit een provinciale database is vaak niet te combineren met gemeentelijke data; legenda is anders, standaard is anders, definitie is anders. Data uit het Tennet leidingennet is niet direct over data te leggen van Rijkswaterstaat; data van het RIVM is niet makkelijk te vergelijken met data van Bzk of EZ. Kortom, gecombineerd open data gebruiken, begint met een enorme opschoonactie.

De Standaard Business Rapportage (SBR) waar ik in een eerdere blog over sprak, is de Europese standaard waar we logischerwijs open data in willen hebben. Vanaf 1 januari 2020 de verplichte standaard waarmee bedrijven rapporteren aan de overheid. Dus als Fortierra brengen we alle open data die we vinden eerst op SBR-niveau. Vervolgens is het handig als in alle data de ISO-standaarden worden gevolgd; een kilo is een kilo en een meter is een meter. Klinkt logisch maar dat valt af en toe best tegen. En naast ISO hebben we in Nederland ook nog Nen-normen waarin we voor veel toepassingsgebieden hebben vastgesteld hoe we graag onze data presenteren.

Wetgeving
Als we eenmaal die data uit die ruim 450 verschillende en steeds veranderende (versiebeheer!) databronnen hebben weten te verzamelen en te standaardiseren, is er ook nog wetgeving. Als we vastgoed-data, WOZ-data, ruimtelijke ordeningsdata of leefomgevingsdata kunnen laten zien, willen gebruikers die data graag in relatie met geldende wetgeving gebruiken. Dat betekent dat na opschoning, standaardisatie en normering die data ook toetsbaar moet zijn aan wetgeving.

Dat betekent op globaal niveau tegen de Sustainability Development Goals (SDG) van de VN die we intussen goed kennen uit de Urgenda uitspraak. Vervolgens de groeiende EU-wetgeving die zeer gedetailleerd aan geeft hoe data voor bepaalde toetsing moet worden aangeleverd. En natuurlijk hebben we in elk Europees land afwijkende wetgeving; in Nederland moeten we data anders aanleveren dan in België, Duitsland en Engeland. En last but not least leveren we aan gemeenten steeds vaker basis-RO-atlassen aan om hun structuur- en energie-visies te kunnen ontwikkelen. Daarvoor zijn ook lokale bestemmingsplannen en specifieke Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) van belang wat betreft de data waarop en waarvoor deze zijn uitgegeven.

Waarden
Maar data blijft data als er niet een meetlat naast wordt gelegd om er waarde aan toe te kennen. Voor welke toepassing wil men onze data afnemen? Is het om een WMO-traject te optimaliseren en het vastgoed waar men de gewenste voorzieningen wil realiseren eenduidig in kaart te krijgen? Is het de uniforme WOZ-bepaling die een gemeente wil doen op basis van de regelgeving van de waarderingskamer? Is het de toetsing van de veiligheid in een woning als in die woning zorg moet kunnen worden verleend door de wijkzorg? Is het de controle voor de jeugdzorg om een woning van pleegouders te accepteren? Of waardering van vastgoed nu en in de toekomst?

Vastgoed- en leefomgevingsdata is de basis om de toetsing, compliance en prestatiemeting voor veel objecten te kunnen doen. We leveren intussen veel wijk-gebonden vastgoeddata aan om als gemeente te kunnen bepalen of een wijk inderdaad van het gas af zou kunnen. Is er voldoende andere energie (warmte of elektriciteit) voorhanden. En wat is überhaupt de kwaliteit van de energievoorziening in een wijk of gemeente? Er is voldoende open data beschikbaar om dat te kunnen beoordelen. Mist het op een goede wijze is geschoond, gestandaardiseerd, genormeerd en binnen de juiste kaders van de wetgeving is gebracht.

Aansprakelijkheid
Globale en Europese wetgeving komt steeds dichter om ons heen. Gemeenten en instituties zoals woningbouwcorporaties en zorginstellingen moeten aan steeds meer pluriforme wetgeving en regels voldoen. Denk alleen al aan de nieuwe AVG-wet, die een subset is van de Europese GDPR. Ook de accountancy-wereld heeft moeite om in deze ontwikkeling mee te komen. Denk aan het superkritische rapport van afgelopen week van de Monitoring Commissie Accountancy (MCA).

Steeds beter leveren we specifiek toepasbare informatie op basis van de laatst bekende, formeel uitgegeven open data. Of dat nu over vastgoed of leefomgeving gaat, het wordt steeds duidelijker dat handhaving van wetgeving, milieu-eisen, verzekerbaarheid, aansprakelijkheid, compliance, governance en risico- en lifecycle-management alleen nog maar goed mogelijk is als de (digitale) data op eenduidige wijze beschikbaar is.

Al het huidige PFAS, stikstof, klimaat en milieu ’gedoe’ is gebaseerd op het wel of niet hebben van de juiste, relevante en ter zake doende digitale data. Zonder digitale data staat alles stil. Dat gaan we in dit land steeds vaker meemaken. Gelukkig weet ik nu dat veel van die data prima te vinden en ‘op te graven’ is in de vele open databronnen die we in Europa hebben. De laatste maanden heb ik mij als een leergierige ‘Alice in Wonderland’ verdiept en ingegraven in de wondere wereld van open data. En ik moet zeggen dat dat mij veel onbekend inzicht en ook nieuwe wijsheid heeft opgeleverd. Om het populair te zeggen: open data is fascinerend en enorm cool . . .

Photo by Ulvi Safari on Unsplash