Slechts tien jaar . . .
Ik herlas een blog van 10 jaar geleden: het begin van 2010. We sloten het eerste decennium van de 21ste eeuw af na een diepe financiële crisis in 2008 en 2009. Een crisis waar de IT-industrie wonderbaarlijk minder last van had. Die had na het debacle van de internet-crisis in 2001 nog topmanagement zitten die wist wat te doen bij een naderende crisis en wist – beter dan de financiële sector – op tijd op de rem te trappen. En vloog dus niet nóg een keer uit de economische down-turn bocht. In die eerste tien jaar vonden vele baanbrekende technische innovaties plaats. In 2001 werd de iPod gelanceerd, de voorbode van de iPhone die na de eerste geruchten in 2002 uiteindelijk pas in 2007 kwam. En tenslotte kwam de iPad in dat jaar 2010.
Waterkering
In 2010 kocht ik mijn (eerste) Macbook Air, de iPhone 3GS en de eerste iPad. Revolutionaire veranderingen die internetbeleving een geheel nieuwe impuls gaf. Het begrip cloudcomputing ontstond en langzaam maar zeker begreep de industrie dat de ‘cloud’ ook weleens voor enorme veranderingen kon gaan zorgen. Discussies of het nu oude wijn in nieuwe zakken was of écht een andere manier van informatie-consumptie, tierden welig. Kortom, zoals ik toen in mijn eerste blogs schreef, de komende tien jaar zal de informatiewereld onomkeerbaar en onherkenbaar veranderen. Van ‘propriety’ datacenters naar nieuwe public en hybride cloud-gebaseerde concepten, van de Nokia toetsentelefoons naar de touchscreen en online wereld van tablets en smartphones.
Ik noemde het jaar 2010 toen een waterkering. Alles wat die afgelopen tien jaar aan nieuwe techniek was ontwikkeld, zou zich de volgende tien jaar uitrollen, in praktijk worden genomen en de ‘nieuwe normaal’ worden. Zoals Peter Hinssen stelde – in zijn gelijk genoemde boek – dat hij in 2010 publiceerde. Digitaal was de norm en de consument ging vanaf dat moment zelf bepalen hoe hij of zij zijn IT wilde én . . . ook ging gebruiken. BYOD kwam op; een nachtmerrie voor veel IT-afdelingen. Clouddiensten werden buiten de IT-afdeling om door medewerkers of zelfs door afdelingen zelfstandig ingekocht en afgenomen. Het werd meer ‘plug & play’ in plaats van plug & pray’. Iedereen kon nu immers makkelijk nieuwe devices en nieuwe apps zelf in gebruik nemen zonder hulp van IT-afdeling of een technische collega of vriend.
Before & after cloud
In eerdere blogs heb ik de periode vòòr 2010 wel eens ‘IT-BC’ genoemd; informatietechniek vòòr de cloud. En dus zou je kunnen zeggen dat we nu in het jaar ‘10 AC’ leven, tien jaar nadat de cloud serieus een rol ging spelen. Onze informatiewereld is langzaam volwassen geworden op basis van dat nieuwe consumptiemodel. Met nieuwe voordelen . . . én nieuwe nadelen. Met nieuwe diensten en uitstekende continuïteit op cloud-gebaseerde platformen die ons 24 x 7 omringen. Met hackers die niet meer ‘lief’ zijn, maar professioneel en georganiseerd informatiecriminaliteit creëren, van phishing tot ransomware, waar vorige week de Universiteit van Maastricht nog slachtoffer van werd.
De cloud is volwassen geworden, maar kan nog heel veel groeien. Nog steeds is relatief een klein deel van alle informatieconsumptie, zeker in bedrijfsleven en overheid, écht cloud-gebaseerd. Het is de verwachting dat we het komend decennium zullen doorgroeien van cloud-enabled naar cloud-native. Die de standaard wordt voor zowel de enterprise als de consument. Volgens Statistica had de cloudmarkt het afgelopen decennium een vijfvoudige groei: van $77 miljard naar $411 miljard omzet in 2020. Volgens Forrester gebruikt (nog slechts?) 50% van alle ondernemingen wereldwijd enige vorm van een public cloud platform. En 451Research laat zien dat 60% van alle financiële dienstverleners dit jaar het ‘implementeren van cloud techniek’ hoog in de top 3 heeft staan. We staat dus nog maar aan het begin van de cloud . . .
De cloud gap
In een McKinsey onderzoek wordt gesproken over het groeiende gat dat tussen de koplopers en achterblijvers gaapt. De koplopers hebben gemiddeld ruim 50% van hun workload in een cloud-omgeving draaien, terwijl een groep achterblijvers niet verder komt dan 5%. Een belangrijke zorg is volgens McKinsey security. Maar gelukkig zijn er veel goede ontwikkelingen op het gebied van compliance en data control die achterblijvers over de drempel kunnen halen. IT wordt (ook!) steeds meer een vakgebied van data control, compliance en gebruikersveiligheid. Machine learning en predictive analysis maken nieuwe vormen van veiligheid mogelijk en gaan de mens steeds vaker ondersteunen bij zijn zoek-gedrag en zijn informatie-consumptie.
Cloudcomputing wordt gezien als een centrale vorm van computing. De NIST heeft in 2018 een definitie gegeven voor drie vormen van cloudcomputing: cloud, fog & mist computing. Mist-computing is de plaats waar aan de edge gedistribueerde compute-services worden uitgevoerd. Denk aan de IoT omgeving waar sensoren en actuatoren gekoppeld zijn met onze fysieke buitenwereld. Tussen mist-computing aan de edge en de gecentraliseerde cloudcomputing datacenters, is ‘fog-computing’ gepositioneerd: de toepassing van gedistribueerde, latency-aware applicaties en services. Zeg maar de plaats waar de mens-machine interface is. Daar waar we als mens en machine-interface snelle informatie uit de edge-devices krijgen en combineren met de deep-learning en analytics informatie uit de grote centrale cloud omgevingen.
Mega en nano datacenters
We zien dat de cloud intussen de standaard is in megadatacenters: waar we ‘big data’ verzamelen en met enorme processingcapaciteit deep-learning en analytics uitvoeren. Maar diezelfde ‘cloudstandaard’ kan worden gebruikt in kleine nano-datacenters, aan de randen van de informatie infrastructuur. Of zoals IDC het beschrijft: “a mesh network of microdata centres that process or store critical data locally and push all received data to a central data centre or cloud storage repository”. De essentiële knooppunten in grotere IoT omgevingen die smart cities, smart homes en nieuwe vormen van industriële en consumenten automatisering gaan ondersteunen.
Het verschil tussen snelle dataverwerking aan de uiteinden en big dataverwerking in grote centrale omgevingen. Met essentiële verschillen hoe data-control en bijbehorende data-architecturen zijn opgebouwd en ingericht. Computing is een gestandaardiseerde en dus goedkope productiefactor geworden die groot- en kleinschalig kan worden ingezet. De uitdaging is het data-management dat voor elke toepassing, elke compliance omgeving, elke branche en elke risico-omgeving anders zal (moeten) zijn.
Wie zijn data-control niet op orde heeft, wordt een achterloper in cloud, fog en mist computing. Dat vraagt deskundigheid van top tot bodem, van strategie tot gerealiseerde bit, van toepassing tot netwerk en van fysiek tot virtueel. Brede alleskunners die het data-landschap begrijpen en kunnen overzien en op data-niveau de noodzakelijke security en compliance kunnen inbouwen. De cloud is volwassen geworden, het vakmanschap daarvoor volgt momenteel. Vakmanschap vraagt jaren van ervaring, groeiende kundigheid en volwassen practices. Gelukkig komt wijsheid vanzelf met de jaren. Ik ken vele generiek deskundigen die intussen deze complexe hybride cloud uitdagingen voor de jaren twintig prima begrijpen. Nu de bestuurders en toezichthouders nog en hen deze wijsheid ook bijbrengen, opdat de informatiestrategie in balans met beleid en de beroepspraktijk blijft.
Photo by Franki Chamaki on Unsplash