Europese Digitale Strategie
Afgelopen week was in het Europahuis in Den Haag de bespreking van de European Digital Strategy die 19 februari officieel werd gepresenteerd. De directeur van DG CONNECT Gerard de Graaf presenteerde onder de titel ‘Shaping Europe’s Digital Future’ een outlook nadat eerder staatssecretaris Mona Keizer het belang van deze nieuwe Europese strategie onderstreepte. In Europa zien we in alle landen een snel ontwikkelende digitalisering van de maatschappij en economie met alle bijbehorende vraagstukken rond wetgeving, privacy en veiligheid. Met de GDPR is een fantastische pijler rond de privacy gerealiseerd, dit deel van de strategie – ook wel de ‘digital services act’genoemd – richt zicht zich op de vraagstukken rond digitale platformen, digitale datastrategieën en digitale identiteiten.
Eén digitale Europese markt
We vergeten vaak dat de Europese interne markt de grootste interne markt ter wereld is. Een ruimte zonder binnengrenzen, waarbinnen economische productiefactoren zich vrij kunnen bewegen op basis van een regime dat verzekert dat mededinging niet wordt vervalst. De basis van de oorspronkelijke economische samenwerking. Nu deze markt steeds meer digitale goederen en diensten creëert, verhandelt en uitwisselt, moeten de platformen waarop dit gebeurt ook bescherming rond mededinging krijgen. En dat is een fikse uitdaging. Want de transparantie op die digitale platformen, die nationaal, Europees maar vooral ook globaal zijn, is nog niet of nauwelijks aanwezig.
De uitdaging is hoe gaan we in Europa digitale platformen de transparantie, het toezicht en de handhaving geven zoals wij die als Europese democratische burgers graag geregeld willen zien. Hoe kunnen we als Europe uitgaan van de burger en onze democratische waarden terwijl we enerzijds de markt-gedreven platformen in de VS hebben en anderzijds de partij-gedreven platformen uit China. Welke digitale wegen en platformen willen we als burgers hier binnen ons Europa toestaan? Net zoals de GDPR al een internationale impact en uitstraling heeft gekregen buiten Europa, kan de wijze hoe wij in Europa dit willen en gaan regelen, net zo’n impact hebben.
Digital services act
Digitale producten en diensten zijn de basis van onze digitaliserende maatschappij en economie. Een innige omhelzing van de yin en yang van fysieke en virtuele wereld gaat komend decennia steeds verder. Zie mijn eerdere blogs hierover: ‘Systems engineering, een renaissance’ en ‘Over transformaties en zo’. Digitaal transformeren betekent dat we de fysieke en digitale wereld zo met elkaar verbinden, dat het gehele proces slimmer, sneller, goedkoper en beter wordt. Daar ligt ook de uitdaging: wat blijft fysiek en wat kan of moet digitaal? De fysieke of analoge wereld hebben we redelijk voor elkaar; de digitale wereld vraagt nog best wat regulering.
De e-Commerce Directive uit 2000 definieerde standaardregels voor online handel en data-uitwisseling. De tijd dat digitale techniek nog ondersteunend was om fysieke processen efficiënter te maken. Maar nu is data zelf de grondstof geworden voor productie en handel. Het proces is (deels) zelf digitaal geworden en dus moeten aan dat proces zelf – en niet alleen aan de gereedschappen – eisen worden gesteld. Wat mag en kan in zo’n proces plaatsvinden en wat absoluut niet? Processen eindigen niet bij de grens van een bedrijf of een natie, maar zijn wereldomvattend. Ook gelinkt met regio’s die heel anders met normen en waarden omgaan dan we in Europa vinden. Welke aansprakelijkheden willen we stellen aan organisaties die deze digitale processen ontwikkelen, bouwen, exploiteren en gebruiken? En hoe gaan we toezicht houden op het correct toepassen en gebruiken van die aansprakelijkheid? Allemaal uitdagingen die de nieuwe Europese Digitale Strategie inhoudelijk vorm wil geven.
Shaping Europe’s Digital Future
Zoals in de presentatie in het Europahuis ook werd gezegd, zal de EU niet direct overal een pasklaar antwoord op en voor hebben. Het werkwoord ‘shaping’ geeft aan dat dit een proces is dat waar we zeker serieus aan moeten werken maar dat morgen beslist niet klaar zal zijn. Strikte regels en one-size-fits-all oplossingen kunnen ongewenste consequenties hebben op innovatie, groei en klantenkeuze. In de gepubliceerde strategie en de twee whitepapers die de Commissie afgelopen week presenteerde wordt het technologiebeleid voor de EU uiteengezet. Vertrouwen winnen door techniek te bevorderen die voor mensen werkt en een eerlijke en concurrerende digitale economie en samenleving bevordert. Vier zaken staan centraal: content-regulering, digitale concurrentie, kunstmatige intelligentie en cybersecurity.
Een goede start maar er nog heel veel te doen, zoals deze blog van Mozilla beschrijft. De uitdaging is zich niet uitsluitend op de bekende, dominante en grote platformen te richten en daar strikte wetgeving voor te ontwerpen. Denk aan de wetgeving tegen terrorisme, een slang die uiteindelijk in zijn eigen staart beet omdat het individuele rechten en eerlijke competitie ondermijnde. Techniek en dus digitalisering is neutraal, de wijze waarop het wordt gebruikt, maakt dat het legaal of illegaal is. Verbieden van techniek heeft geen zin, het vaststellen van goed en gewenst gebruik versus niet te accepteren gebruik wel. Een chirurg heeft het recht ‘gekregen’ met een mes in een mens te ‘mogen’ snijden om hem of haar het leven te doen redden, hetzelfde mes in handen van een moordenaar kan door illegaal in een mens te snijden juist een leven wegnemen. We hebben het (recht op het) gebruik en de toepassing van dat mes gereguleerd, niet het mes zelf. Datzelfde geldt voor digitale techniek.
Datastrategie
Aparte aandacht is er voor een goede datastrategie. Data is de kern van de digitale transformatie. Het hebben van digitale data bepaalt of we wel of niet kunnen digitaliseren. Toegang tot die groeiende hoeveelheid data is essentieel voor innovatie en groei van digitale producten en diensten. Met mogelijkheden tot betere personalisatie, betere bescherming, beter gegarandeerde vrijheden en betere mobiliteit. Om er maar een paar te noemen. Daarom streeft Europa een geïntegreerde open markt voor data na: data kan ongehinderd binnen de EU stromen, veilig worden uitgewisseld en adequaat worden beschermd. Met heldere en eerlijke regels voor toegang en hergebruik van data. En fiks investeren in de volgende generatie standaarden, gereedschappen en infrastructuren en een eigen gezamenlijk ‘eigen cloud capaciteit’ ontwikkelen met verbeterde data-uitwisseling binnen de kernsectoren.
In een eerdere blog ‘Open Data: het zwarte goud van de 21ste eeuw’ schreef ik al dat als we open data willen gebruiken het logisch is een Europees vertrekpunt te kiezen. Daarmee is immers direct gebruik en toepassing binnen heel Europa mogelijk. Open data is op Europees niveau best goed geregeld. In 2025 zal de wereld 175 Zetabyte aan data genereren, een vervijfvoudiging ten opzichte van nu. Onze data-economie zal dan met 11 miljoen Europese data-professionals meer dan 830 miljard euro zijn. Onze burgers zullen dan meer dan nu, digitaal geschoold maar ook meer digital native zijn. En de ‘digi-taal’ van de digitale wereld spreken. De ontwikkelingen in de VS en China gaan snel en elk op een manier die niet echt de ‘onze’ is. Als Europa hebben we de kans onze eigen invulling te kiezen, te maken en te gebruiken. Op basis van onze normen en waarden. Dat is het positieve van Europa, het kan ons samen – zeker op het gebied van regelgeving – sterker maken. De politieke kant is en blijft – ook voor mij – een ander verhaal . . .
Photo by Roman Kraft on Unsplash