2024: kaartenhuis of transformatie?

Afgelopen weekend verscheen dit FD-artikel met de titel ‘Verkeerde keuzes maken Europese economie stuurloos’. Als gevolg van globale economische fragmentatie en het uiteenvallen in rivaliserende handelsblokken is Europa in een heikele situatie terecht gekomen. De EU profiteerde afgelopen decennia het meest van de groeiende globalisering van de wereldhandel, maar kan – nu deze afneemt – inderdaad wel eens de zwaarste klappen krijgen. ‘We hebben als Europa energie uitbesteed aan de Russen, de vraag naar onze producten aan China en defensie aan de VS’. In een vriendelijke wereld is dit prima, maar in een wat hardere wereld blijkt het een pyramidespel te zijn dat als een kaartenhuis in elkaar kan storten. Geen prettig vooruitzicht voor Nederland als handelsland bij uitstek en als groot-betaler in die EU. In plaats van kiezen waar te groeien, moeten we nu keuzen maken waar we moeten krimpen of het zelf (weer) moeten kunnen . . .  

Globalisering een piramidespel of kaartenhuis?

Een piramidespel is een ‘systeem’ waarbij de deelnemers een inleg doen en anderen proberen over te halen mee te doen. Vervolgens is de inleg van de nieuwe deelnemers de opbrengst voor bestaande deelnemers. Varianten hierop zijn ponzifraude waar dit met de inleg in aandelen gebeurt, zoals onlangs nog met de crypto-miljardair Sam Bankman-Fried en zijn SBF bank. In het kapitalistische piramidespel brengen nieuwe deelnemers vaak én lagere productiekosten met zich mee én creëren met een nieuwe markt nieuwe omzet.

In een eerdere blog ‘Einde van het kapitalisme’ besprak ik hoe de afgelopen vijfhonderd jaar het kapitalisme kon blijven groeien door uitbreiding van steeds nieuwe ‘nog niet ontwikkelde markten’. Goedkope arbeid en een nieuwe markt was steeds de groeifactor voor de bestaande economieën. Zolang er nog ‘te ontwikkelen gebieden’ waren, kon de piramide van het kapitalisme aan de onderkant groeien en daarmee de welvarende top optillen. Tot er geen ‘te ontwikkelen gebieden’ meer zijn. Dan stokt de groei . . . Stilstand wordt uiteindelijk achteruitgang.

Stagnatie of instorten?

Eén scenario van het einde van het kapitalisme is, dat de groei stopt en er een soort status quo ontstaat. De rijke top blijft bestaan, zich voedend op de grote, armere wereldwijde basis. Maar er kunnen ook andere, nieuwe manieren voor groei ontstaan. Op een manier die voor iedereen voorhanden is. Zo is een nieuw piramidespel mogelijk. Waar iedereen wederom het spel met elkaar kan aangaan. Een nieuw model met nieuwe groei op basis van nieuwe globale voordelen en groeiende economische voorsprong. Hetzelfde spel, maar nu bij aanvang met nieuwe spelers die het spel kunnen starten. En behoort het Westen dan nog bij die starters? 

Als een oude piramide niet meer in stand is te houden, stort het als een kaartenhuis in elkaar. De oude rijken houden zich lang vast aan die oude piramide – aan die vanzelfsprekende rijkdom – maar verworden uiteindelijk vaak de laatsten die aan het nieuwe piramidespel gaan meedoen. En worden ironisch genoeg zelf een ‘te ontwikkelen gebied’ voor de nieuwe welvaart. Denk aan Nederland na de Gouden Eeuw en Engeland na de Industriële Revolutie of de huidige worsteling van de US hun leiderschap in de wereld te behouden. 

Elektronica was geen digitalisering

Als elektronica-student in de jaren zeventig stond ik aan de basis van wat elektronica de mensheid ging brengen. We konden automatiseren. We konden beter communiceren. We konden sneller rekenen. We konden makkelijker energie opwekken, reguleren, transporteren. We konden beter vechten en ons beter verdedigen. Kortom, elektronica was in de jaren zeventig de basis voor mechanisatie en automatisering van werkelijk alles in ons dagelijks leven. Als het ontwikkelde Westen maakten we als eersten volop gebruik van deze enorme innovatie die welvaart en dus ook ongekend welzijn bracht. En nu overgaat in digitalisering. 

Met elektronica konden we binair en daardoor sneller rekenen. De computer maakte ons leven makkelijker. Mobiele telefoon, internet, satellieten, amusement, sociale media, het kon niet op. Rond 2000 gingen we met al deze zegeningen opgewekt de eenentwintigste eeuw binnen. De nieuwe digitale eeuw, zoals we zeiden. Vol met digitale oplossingen gebaseerd op de goede oude elektronica. Met chips gemaakt van silicium. Als slimme mens kunnen we nu ‘zand voor ons laten werken’ en nieuwe additionele digitale en virtuele werelden bouwen inclusief kunstmatige intelligentie (hetgeen trouwens iets heel anders is dan biologische intelligentie). 

Waarde uit digitalisatie

Digitalisering was allereerst de overgang van papieren informatie naar een digitale vorm om het makkelijker te creëren, te verwerken, te verzenden en op te slaan. Digitalisering begon eind vorige eeuw toen we langzaam maar zeker producten als digitale informatie konden opslaan. Documenten, brieven, rekenschema’s, presentaties, orderoverzichten etc. Digitalisering is echter geen digitalisatie. Laat staan een digitale transformatie van de organisatie. Digitale organisatie- en bedrijfsmodellen zijn immers vanuit de kern volledig opnieuw digitaal opgebouwd en ingericht.

Met nieuw gebouwde digitale organisaties en fabrieken lijkt een nieuwe ‘kapitalistische’ golf van opnieuw honderden jaren mogelijk. Gebaseerd op de afgelopen twintig jaar ontwikkelde nieuwe kennis en kunde. En kan iedereen die dit wil, het wederom telkens te gelde maken in minder digitaal ontwikkelde gebieden. Net zoals vroeger het westerse kapitalisme en zijn industriële revolutie de overhand had over hen die die kennis en kunde (nog) niet hadden. Een nieuwe vijfhonderd jaar van digitaal kapitalisme? Een nieuwe start voor iedereen op de wereld die hieraan een bijdrage wil en – vooral kan – leveren. En waar zou die start liggen? Wederom in het Westen? Of ergens anders?

Begin van een nieuwe digitale kapitalisme periode?

Het kapitalisme begon in het westen. Met Gouden Eeuw van zeevaarders en kolonisatie van de wereld. Daarna de Engelse industriële revolutie, mede gebaseerd op alle grondstoffen die we vanuit de koloniën naar het industriële westen transporteerden. Tenslotte de hegemonie van de US met atoombom en moderne wapensystemen die weer een honderd jaar westerse voorsprong bestendigde. Maar intussen is deze kennis, kunde en macht door globalisatie wereldwijd verspreid en geen echte ‘voorsprong’ meer. Onze westerse globalisering stokt en nieuwe mogelijkheden voor economische groei en nieuwe machtspolitiek dienen zich aan. 

Het westen als trekker of volger? 

Vanuit Digicorp Labs zien we in landen in Zuid Oost Azië enorm veel ‘digitale transformatie energie’ met enorm veel jong potentieel. Werkelijke digitalisatie bij de bron is daar een ‘no-brainer’. Jongeren hebben de overhand en hebben vanaf jongs af aan een mobiele telefoon. Denken, werken, leren, kopen, feesten en leven al 100% digitaal in een relatief onontgonnen digitale wereld en economie. Alles is daar nog mogelijk, net als aan het begin van Gouden Eeuw en Industriële Revolutie. Alles moet daar immers nog vanaf de kern worden opgebouwd. Een digitale transformatie ‘pur sang’. Start daar het nieuwe, digitaal gebaseerde kapitalisme?

Echte digitalisering in de vorm van open, Web3 gebaseerde oplossingen verovert de wereld. De ontdekkingen en uitvindingen van de afgelopen twintig jaar, vormen zoals de Kondratieff cyclus zo mooi aangeeft, de basis voor een nieuwe innovatiegolf waarop nieuwe economische activiteit en rijkdom mogelijk wordt. Vooral voor die landen en regio’s die de toegevoegde waarde daarvan inzien en accepteren. Vernieuwing brengt vaak ook afbraak met zich mee. ‘Creative destruction’ zoals Schumpeter dat beschreef. Oude remmende voorsprong vraagt moed van leiders om het bestaande af te breken om later (weer) beter te kunnen worden. Dat vraagt wérkelijk leiderschap. Ben benieuwd of we in 2024 dat leiderschap in het Westen mogen verwelkomen, of dat de oude elite zich nog steeds aan de reeds vallende kaarten blijft vasthouden . . . 

Photo by Julius Drost on Unsplash