Met AI installeer je geen zonnepaneel
De Covid-epidemie is – volgens een ING artikel – oorzaak van de daling van het gemiddelde aantal gewerkte uren in de eurozone. De belangrijkste reden voor het huidige tekort aan arbeidskrachten dat zowel productie drukt als inflatie veroorzaakt. Het gemiddelde aantal gewerkte uren per werknemer ligt 2,2% lager dan in de jaren vóór de pandemie, waardoor de EU nu 3,8 miljoen werkenden ‘minder heeft’. Vertaald naar Nederland; 240.000 werkenden. Van de huidige 400.000 vacatures in Nederland is de helft vooral praktische beroepen. Dat groeiend tekort leidt tot campagnes als: ‘Als je slim bent, werk je met je handen’.
Ook een opleidingsuitdaging
Het blijkt dat de leerachterstand die leerlingen door de epidemie opliepen, deels is ingehaald. Maar dat het vooral bij rekenen en wiskunde moeilijk is vervolgstof onder de knie te krijgen, als een leerling gaten heeft in zijn basiskennis. Veel leerlingen zijn ook minder gemotiveerd, hebben meer moeite met plannen en komen vaak niet aan geconcentreerd leren toe. Daarbij lagen de Nederlandse leer-en leesprestaties al enkele jaren onder het Europese gemiddelde.
Verdere digitalisering is niet altijd beter. Uit veel onderzoek blijkt dat ouderwets lezen en leren van papier of uit een boek nog steeds het beste werkt. Dat wil niet zeggen dat niets digitaal kan, maar het moet een goede mix en aanvulling zijn. Digitaal vraagt meer (technisch) onderhoud en de techniek zelf moet in de klas ook altijd goed werken. Last but not least is de ‘toetscultuur’ in Nederland veel hoger dan in de rest van Europa. De toetsen zijn van hoog niveau maar we hebben de neiging gekregen om veel te veel te toetsen. Met als gevolg dat veel leerlingen leren om toetsen te halen, niet om de stof onder de knie te krijgen.
Techniek en zorg lopen achter
We zijn gewend het salaris vast te stellen op basis van het opleidingsniveau. Daarom zagen we decennia lang een verschuiving van het beroepsonderwijs naar algemeen en academisch onderwijs. En verdwenen ook nog eens veel bedrijfsscholen. Dus daalde langzaam maar zeker onze populatie van praktische vakmensen. Ook heeft, zeker in de zorg, de ‘verambtelijking’ van veel werk tot verarming en versaaiing van de beroepen geleid. Door schaarste van vakmensen is de werkdruk in die sectoren intussen zo hoog, dat het voor velen niet meer aantrekkelijk is om daar te gaan werken.
We zijn in een catch22 situatie beland. We hebben een hoogwaardige, op techniek gebaseerde samenleving opgebouwd en onszelf steeds hoger en theoretischer opgeleid. Maar techniek moet onderhouden worden en vernieuwd of vervangen worden. Informatisering en digitalisering hebben veel beroepsomgevingen veel efficiënter en productiever gemaakt. Maar nog steeds zijn ‘handige en praktische’ mensen nodig om processen in te richten, uit te voeren, te onderhouden en te vernieuwen. In de top tien van vacatures staan eerst de monteurs, verzorgenden, chauffeurs en sociale en/of jeugdbegeleiders, daarna pas de informatici.
AI kan geen zonnepaneel monteren
Zonder praktisch uitvoerend vakmanschap loopt onze arbeidsmarkt en (dus!) samenleving vast. Techniek en digitalisering zijn mooie ontwikkelingen, maar om een zonnepaneel of warmtepomp te monteren, heb je ‘technische handjes‘ nodig. Net zoals je bij zorg aan het bed verzorgende handen nodig hebt; net zoals de jeugd- en sociale zorg. We moeten praktisch vakmanschap stimuleren en trotser worden op praktische beroepen. Randstad heeft de campagne gestart ‘Als je slim bent, werk je met je handen’. Een praktisch beroep vraagt naast kennis ook (menselijke) improvisatie, intuïtie en creativiteit. Dat zijn nu juist de skills die AI niet direct biedt.
Onderdeel van de campagne was een experiment met ChatGPT. Het AI-gereedschap slaagde voor het havo-examen, maar zakte voor het mbo-praktijkexamen. Kunstmatige intelligentie kan intellectuele taken prima ondersteunen en deels overnemen. Maar praktisch werken met je handen in wisselende situaties is zowel voor robots als computers beslist nog een graadje te ver en te lastig. De mens blijkt daar nog steeds onmisbaar. Natuurlijk verlicht en verbetert digitale ondersteuning bijna alle vakgebieden, maar ‘handenarbeid’ blijft vooralsnog het gebied van de mens. En dat lukt ook niet met thuiswerken, want die handjes moeten ter plaatse op het dak, naast de weg, aan het bed, bij de machine en in de horeca zelf zijn. Thuiswerken werkt daar niet.
‘Actie en aanvalsplannen’
De overheid heeft een ‘actieplan groene en digitale banen’ gelanceerd en werkgevers een ‘aanvalsplan techniek’. Waarbij overheid en werkgevers naar elkaar wijzen: de overheid vindt dat het bedrijfsleven het tekort moet oplossen, maar bedrijven wijzen naar de overheid. Op die manier komen we natuurlijk nergens. Het tekort aan technisch personeel is een klassiek voorbeeld van een verweesd probleem: het probleem heeft geen eigenaar. Er zijn vele initiatieven – in Noord-Holland alleen al meer dan 200 – maar de resultaten zijn minimaal. Het onderwijs kan de werkgevers niet (meer) de benodigde praktische mensen leveren.
Bedrijven richten weer meer en meer eigen bedrijfsscholen in om in eigen behoefte aan MBO-leerlingen te voorzien. Stichting Toekomstbeeld der Techniek heeft daar al in 1990 een studie naar gedaan: ‘Opleiden voor de toekomst, onderdeel van een bedrijfsbeleid’. Conclusie toen al was dat het reguliere beroepsonderwijs slechts in beperkte mate in staat is te voldoen aan de – ook snel veranderende – eisen ten aanzien van het onderwijs en de eindkwalificaties. De verwachting was toen dat het reguliere beroepsonderwijs steeds minder – de door bedrijven gewenste – specifieke kennis en vaardigheden kon bijbrengen. Nu blijkt zelfs dat er niet eens meer voldoende leerlingen zijn om die praktijk gerichte behoefte in te vullen.
De oude bedrijfsschool in ere hersteld?
Vanuit de politiek is al diverse malen gepleit dat ook de opleiding van bedrijfsscholen met geld uit de onderwijswet worden betaald. Het is vreemd dat bedrijfsschool geen additionele financiering van maatschappij krijgt, terwijl juist daar wellicht de sleutel ligt om de afkalving van technische en verzorgende beroepen te keren. De MBO-raad is hier geen voorstander van en ziet veel meer in publiek-private samenwerking. Tot op dit moment hebben de MBO’s het tekort in de arbeidsmarkt niet kunnen oplossen en moet het bedrijfsleven zelf actie nemen.
Wellicht moeten bedrijfsscholen het huidige MBO-onderwijs ‘gebruiken’ om eigen opleiding te bemensen met geschoolde docenten. Een beetje als ‘als de berg niet naar Mozes komt, dan gaat Mozes maar naar de berg’. Er zijn al vele mooie voorbeelden in Nederland dat dit werkt. Een bedrijfsschool waar de alledaagse praktijk is gekoppeld aan het lokale reguliere MBO-onderwijs. Zoals de STT studie in 1990 al concludeerde: ‘Opleiden voor de toekomst is – en blijft – een onderdeel van een bedrijfsbeleid’. Soms moeten we het goede dat we hadden weer in ere herstellen. In mijn ogen waren bedrijfsscholen onderdeel van het vele goede dat we wellicht weer – in modernere vorm – moeten terughalen en in ere herstellen. Zo gek deden we het vroeger immers echt niet.
Photo by Maksim Goncharenok