Elektrosmog

We omringen ons met steeds meer elektrische apparatuur en leven in een wereld met een groeiende hoeveelheid elektromagnetische straling om ons heen. Onze mobiele apparaten dragen we de hele dag bij ons en GSM en Wifi verbindingen zijn bijna een voorwaarde geworden om te leven en te overleven. Maar is al die straling om ons heen veilig? Dat is al sinds vele jaren een discussie waar nog steeds geen eenduidig antwoord op kan worden gegeven.

Natuurlijk is onze hele natuur opgebouwd uit elektromagnetische straling, de zon is voor ons zelfs de grootste natuurlijke leverancier hiervan. Als oorspronkelijk elektrotechnisch ingenieur heb ik in mijn leven veel gewerkt en gerekend aan allerhande elektromagnetische toepassingen. Van motoren en generatoren tot stralingsbronnen en antennes, van hoogspanningsleidingen en omvormers tot stralingsrisico’s en emc-compliance.

Elektromagnetische vervuiling
Wanneer kunnen we spreken over vervuiling? Het woordenboek zegt hierover ‘ongewenste substantie of activiteiten in een systeem of compartiment ingebracht’. Synoniemen zijn verontreiniging en bezoedeling. Steeds meer mensen maken zich zorgen over de toenemende ‘onnatuurlijke’ straling om ons heen en de gevolgen hiervan voor de gezondheid. De discussie wordt actueler nu de plannen voor de uitrol van 5G-antennes zich concretiseren. Voor 5G worden hogere frequenties gebruikt omdat die meer informatie kunnen overdragen. De reikwijdte van straling is echter bij hogere frequenties minder, dus er zullen veel meer 5G antennes moeten worden geplaatst om een dekkend bereik te houden.

In de stad Brussel is een serieuze discussie ontstaan: is het met de huidige stralingsnormen überhaupt wel mogelijk om een 5G-netwerk uit te rollen? De gemeente heeft intussen de (strenge) stralingsnorm van 6 Volt per meter (V/m) versoepelt naar 14,5 V/m, maar daar is protest tegen ontstaan. En eigenlijk zouden de telecomproviders die norm verder willen verhogen naar ruim 40 V/m. Dit is een verzevenvoudiging die overeenkomt met de grootte van het dataverkeer dat men met die hogere frequentie wil realiseren. Ook in Nederland zijn er limieten opgesteld voor straling. De strengste blootstellingslimiet voor radio en televisie is 28 V/m en voor mobiele netwerken 61 V/m. Een lichaam mag niet aan hogere limieten worden blootgesteld.

Bescherming
Naast limieten voor stralingssterkte moet men ook kijken naar de beschermingsmogelijkheden die er zijn om de mens te beschermen. Het is begrijpelijk dat mensen niet voor een paraboolantenne moet kunnen staan die hoogfrequente straling naar een andere locatie stuurt. Ook de energie-inhoud van grote radarsystemen is dusdanig hoog dat deze mensen nooit mag treffen. Hoewel er nog veel te weinig informatie over de gevaren is, is wel bekend dat militairen die met sterke radarsystemen hebben gewerkt vaker aan kanker overleden.

Er is een verschil tussen de straling van antennes (die straling uitstralen) en zenders (waar straling wordt opgewekt). Radarstraling is niet-ioniserende straling, uitgestraald via antennes, waarvan nog steeds wordt gedacht dat men er geen kanker van kan krijgen. Afhankelijk van de vermogens moeten mensen tussen de 1 en 100 meter afstand houden van gerichte radarstraling. Buiten die afstand is er geen direct gevaar meer. Röntgenstraling is echter ioniserend en bewezen kankerverwekkend. Deze straling kan ontstaan in – vooral oudere – zendinstallaties die met vacuümbuizen werken. Dus vooral onderzoek naar de zenders en een goede afscherming daarvan kan zoden aan de dijk zetten wat betreft stralingsveiligheid.

Blootstelling
Het gaat uiteindelijk om de blootstelling van de mens aan straling die boven de ‘onschuldige’ natuurlijke niveaus uitkomt. De wetenschap heeft zeker een verband aangetoond tussen radiostraling en allerlei menselijke aandoeningen zoals hoofdpijn en slaap- en geheugenstoornissen, maar ook de impact op ons immuun- en hormonale systeem. Dierproeven hebben aangetoond dat zelfs DNA kan worden beschadigd en dan raken we de kern van ons bestaan kwijt.

Al die metingen en proeven bevatten echter nog steeds onvoldoende conclusies over wanneer radiostraling nu echt gevaarlijk wordt. Daar ligt een belangrijke onzekerheid want het publiek verwacht concrete antwoorden en die kunnen gewoonweg (nog) niet worden gegeven. Nu is absolute zekerheid en veiligheid in het leven natuurlijk nooit te geven. Als je opzoekt wie op aarde de grootste dosis radioactiviteit ontvangt, dan blijkt dat de gemiddelde roker te zijn die per jaar 160 mS (millisievert) inhaleert, dat is 80 maal de gemiddelde jaarlijkse achtergrondstraling op aarde en 22 maal de radioactiviteit die je via een enkele CT-scan te verduren krijgt. Hoger zelfs dan de huidige straling bij Hiroshima, Tsjernobyl en Fukushima bij elkaar. Ook is de natuur niet gelijkmatig verdeeld: sommige stranden in Brazilië hebben een radioactieve stralingsachtergrond die 130 hoger is dan we in Nederland hebben. Dus wat is in feite natuurlijke c.q. veilige achtergrondstraling?

Voorzichtig
De enige conclusie die we kunnen trekken, is dat we gewoon voorzichtig moeten zijn met zaken waarvan we de gevolgen nog niet kunnen overzien. Dit leidt tot een zogenaamde voorzorg benadering; het zoeken naar maatregelen die proportioneel zijn in relatie tot de gevaren. Maar ook proportioneel in relatie tot sociale, economische en maatschappelijke aspecten. De Belgische overheid heeft al in 2014 een nuttige brochure uitgebracht die informatie geeft over allerhande straling die ons dagelijks omringt. Van DECT-telefoon tot hoogspanningsleiding en van mobiele telefoon tot huishoudelijke toestellen als magnetrons en elektrische dekens.

Er wordt wel gesproken over elektromagnetische hypergevoeligheid (EMH) die sommige mensen zouden hebben, een overgevoeligheid voor radiostraling. In wetenschappelijke onderzoeken heeft men hier echter (nog) geen bewijs voor kunnen vinden. Toch laait de discussie over de groeiende blootstelling aan straling met de komst van de nieuwe 5G-antennes op steeds meer plaatsen op. Ook zonnepanelen – vooral de omvormers – blijken extra straling te leveren. Organisaties als ecobouwers hebben stralingsminimalisatie in huizen als ecologische doelstelling opgenomen. Hierbij hoort ook de trend om in plaats van algemene 50Hz wisselspanning meer naar gelijkspanning systemen over te stappen. Naast energiebesparing levert dit ook straling reductie op.

Bewustwording
Er is een algemene bewustwording gaande op het gebied van het beperken van straling om ons heen. De natuur zorgt voor een natuurlijke achtergrond die we niet kunnen veranderen, maar alle extra’s die we als mens toevoegen zouden wel eens groter kunnen zijn dan we weten. In Duitsland bestaat het vak bouwbiologie en in het kader van de groeiende hoeveelheid straling buitenshuis zou het bewust verminderen van straling op de plaatsen waar we veel vertoeven wel eens een preventieve oplossing kunnen zijn. Er zijn binnenhuisarchitecten die zich hier in specialiseren, gebaseerd op de stelling: ‘de meeste mensen merken pas iets van straling als er geen straling meer is’. En helaas kunnen we als mens deze straling zelf nooit herkennen gewoonweg omdat we er de zintuigen niet voor hebben gekregen.

Deze blog is eerder verschenen op datacentered.nl op 20 november 2018