Alles is oscillatie . . . (long read)

De basis van ons heelal bestaat uit beweging. Een uitdijend heelal met ronddraaiende sterren c.q. zonnen, planeten en kometen. Daarnaast is massa en energie de basis voor de aanwezigheid van zwaartekracht, warmte, straling en licht. De kwantum mechanica beschrijft hoe de elementaire deeltjes van ons universum het heelal, ons zonnestelsel en onze aarde bouwden.

Maya cultuur

Al van oudsher bestudeerde de mensheid de ‘geheimen’ van de wereld om ons heen. Reeds 1000 jaar voor Christus had de Maya bevolking in Midden Amerika een hoog ontwikkelde beschaving en kennis ontwikkeld over hoe de wereld functioneerde binnen ons zonnestelsel. Zij hadden als indianenvolk vergelijkbare noordelijke buren – de Azteken – en vergelijkbare zuiderburen, de Inca’s. Zij leefden in een heel uitgestrekt gebied van Zuid Mexico, Beliza en Guatamala tot in Honduras en El Salvador.

Interessant is dat zij naast het zonnejaar van 365 dagen ook een economische kalender hadden die zij baseerden op de omlooptijd van de planeet Venus rond de zon: 260 dagen (de Tzolkin cycle). Zij combineerden die twee omlopen en dat leverde een tijdcyclus op van 52 jaar die zij de ‘Kalender Rond periode’ noemden. Het een van de oudste kalendersystemen die we kennen.

De nauwkeurigheid waarmee zij zowel rondgang van de Aarde als van Venus konden berekenen, getuigt van een exceptionele accurariteit. Zij berekenden een jaar als 365,24220305 dagen. Met de wetenschap van vandaag zaten zij daar slechts 1,634 seconden naast.

De periode van 260 dagen komt in meer oude culturen voor. De Maya’s hadden een twintigtallig stelsel en 13 lagen waarin zij hun goden indeelden, het product is eveneens 260. Daarnaast zien de 260 dagen cyclus terug in oude agrarische culturen en volgens sommigen is het een oude menselijke geboortekalender. De gemiddelde menselijke draagtijd voor baby’s is 38 weken (= 266 dagen). Kortom, de getallen 13, 20 en het product ervan 260 waren voor de Maya’s belangrijke getallen in hun cultuur en gebaseerd op een natuurlijke menselijke golfbeweging.

52 jaar

Opmerkelijk is dat de verhouding 365/260 in omwentelingsdagen leidt tot precies 52 zonnekalenderjaren. Op dat moment heeft Venus dus 73 volle omwentelingen gemaakt. Deze 52 jaar komt akelig precies overeen met een periodiciteit die de econoom Kondratiev in 1928 berekende als de economische cyclus die sinds de industriële revolutie duidelijker zichtbaar is in onze kapitalistische maatschappij. Door menselijk gedrag wordt de economie door nieuwe technische mogelijkheden ophoog gejaagd, schiet vervolgens te ver door waardoor men met geleend geld probeert de economische groei te blijven stimuleren totdat het geheel ineenstort via recessie naar een depressie en een nieuwe golf kan beginnen.

In menselijke generaties zegt me ook wel eens: de vader bouwde het op (in 25 jaar) en de zoon die at het op (in eveneens 25 jaar). Uit studies blijkt dat de genoemde 52 jaar als economische eenheid ook in vroegere eeuwen herkenbaar is. Kennelijk heeft de astronomische wereld en het menselijk generatieve gedrag een stevige relatie.

Bij de Maya (en ook de Azteken) werd een economisch jaar afgesloten door de steden te vernietigen en te verhuizen naar een nieuwe locatie om aldaar hun vestigingen weer op te bouwen. Er zijn vele ruïnes gevonden die in de periodiciteit van 52 jaar zijn ontstaan. Elke wisseling ging vergezeld van uitbundige feesten dat een nieuwe economische periode was aangebroken. Sommigen stellen dat na 52 jaar ook het land uitgeput zou zijn om voedsel te verbouwen, hetgeen ook een (extra?) element zou zijn geweest om te verhuizen en nieuwe vruchtbare akkers te zoeken.

Nog steeds wordt de Kondratiev cyclus als een belangrijke oscillatie beschouwd in onze maatschappij en het aardige is dat tot op heden deze golfbeweging geldig blijft.

Het ritme van de tijd

Het woord ‘cyclus’ is afgeleid van het griekse woord ‘Kuklos’ dat cirkel betekent. Het is een herhalend tijdsinterval waarbinnen een regelmatige herhaald aantal gebeurtenissen wordt gecomplementeerd. Pythagoras of Samos (580 v Chr.) herkende de cyclische natuur van vibraties als muziek en hij noemde dat de muziek van de hemelbol. De bewegingen van de zon, maan, planeten en sterren definiëren onze notie van tijd die we op aarde kennen.

De grootste cyclus die we kennen is 25.820 jaar, een volledige cirkel die de as van de aarde maakt, de Precession of the Equinoxes. De aarde gaat dan door elk van de zodiac tekens in 2152 jaar. Nu is 26.000 jaar gelijk aan 36.500 ‘Tzolkin cycles’ van 260 dagen welke periode een typische periode is voor economische, zwangerschap of plantteelt cycli (tijd tussen zaaien en oogsten).

De Azteken verdeelden de grote cyclus in 5 delen: de basis elementen: aarde, lucht, water, vuur en de ether hetgeen tot 5 sub-periodes van 5125 jaar leidt. Sommigen stellen dat de huidige cyclus startte in 3113 voor Christus en dus eindigde op 21 december 2012 (Note: 1stEgyptian Dynasty was around 3,100 BC, the Hindu Kali Yuga, 3102 BC, the division of time into hours and seconds in Sumeria around 3,100 BC).

Dat was de reden dat velen dachten dat in 2012 de aarde zou vergaan, want de Maya kalender van deze periode eindigde op die datum. En aan een nieuwe kalender waren ze gewoonweg nog niet toegekomen. De Maya’s verdeelden de 5125 jaar weer in 13 sub-perioden – Baktun – van 394 jaar hetgeen precies 144.000 dagen is, een Fabonacci nummer: 0, 1, 1, 2, 3, 5, 13, 21, 34, 55, 89, 144,  . . . .

We zijn dus op 21 december 2012 een nieuwe Baktun cyclus ingegaan. Het moment dat de zonne-eclips samenvalt met het galactische vlak, en wijzend naar dat wat de Maya’s – toen al – het centrum van het heelal noemden.

Astrologie versus de door de mens ‘bedachte’ kalenders.

Paus Gregorius de 13ebedacht in 1582 het 12 maanden systeem voor onze jaren, een opvolger van de Juliaanse kalender die de Romeinen hadden ontwikkeld en die op hun beurt weer voorkwam uit oude Egyptische kalenders. Rond 1600 konden we een mechanische klok bouwen die al vrij perfect onze 12 uren en 60 minuten kon duiden. De Gregoriaanse kalender loopt 26 seconden uit de pas met de werkelijke zonnetijd, een stuk slechter dan de Maya’s deden ruim twee millennia eerder!

We hebben dus een formele kalender die uit de pas loopt met de rest van de natuur. De Gregoriaanse kalender is onze huidige wereldstandaard, maar 90 landen gebruiken nog steeds de 13-maan/28 dagen kalender als een natuurlijke parallelle kalender.

De mechanische klok werd door ontwikkeld, opgebouwd uit dode materie en tegenwoordig het hart van alle machine technologie om ons heen. Maar besef dat alle grotere cycli nog steeds zijn gebaseerd op de astrologische cycli.

De Chinezen bijvoorbeeld adopteerden de westerse kalender in 1911, maar houden ook nog steeds vast aan hun op 12 dieren gebaseerde maankalender. Zij gebruiken die enerzijds voor feestelijke gebeurtenissen maar ook voor hun financiële astrologie.

Ongeveer 65% van de US publiek verhandelde bedrijven gebruikt januari als start van het fiscale jaar. In de UK beginnen veel fiscale jaren op 1 april. Veel universiteiten hebben een fiscaal jaar dat in de zomer eindigt en het fiscale jaar in Australië en Nieuw Zeeland loopt van 1 juli tot en met 30 juni. Dus onze kunstmatige menselijke kalenders zijn slechts een artefact om in onze wereld van dode materie een kunstmatige tijdmaat te hebben.

Menselijke ritmes

De mens bepaalt in onze maatschappij zowel micro als macro de golven die we met elkaar creëren. Een interessante is de Dow theorie, ontwikkeld door Charles Dow (1851 – 1902) die de eerste redacteur was van de Wall Street Journal en uit 255 journalen een economische golfbeweging destilleerde.

In de financiele wereld maakt men veel gebruik van golfbewegingen om te voorspellen wat de prijs in de markt zal gaan doen. Om die reden worden vele karakteristieken van golfbewegingen gedetermineerd en met algoritmes vastgelegd. Een vak apart. Eén van die modellen is van Martin Armstrong die een economische cyclus van 8,6 jaar benoemde (π x 1000 dagen = 3141 dagen = 8,6 jaar) waarbij 6 perioden een totaal van 51,6 jaar maakt, verrassend dicht bij de 52 jaar periode die de Maya’s eerder hanteerden in de astrolische kalender past en een Kondratieff cyclus is.

Leonardo of Pisa introduceerde de Arabische nummering van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en het idee van deeltallen, de decimale punt en het kwadraat symbool. Hij schreef 5 boeken waarvan de meest bekende zijn ‘Liber Abacci’ is.

Daarnaast introduceerde hij een nummersysteem 1, 1, 2, 3, 5, 13, 21, 34, 55, 89, 144 etc. – Fibonacci – gebaseerd op natuurlijke ratio’s die een voorspellende waarde over natuurlijke groei aangeven. Bijvoorbeeld hoe een slakkenhuis groeit.

In de financiële wereld worden steeds vaker natuurlijke golven dan de artificiële cycli gebruikt om voorspellend te kunnen zijn. De meest bekende economische golfbeweging die ik al eerder noemde is de Kondratieff golf – de K-wave – die hij op 52 jaar stelde met variaties tussen de 50 tot 60 jaar.

Andere bekende golfbewegingen zijn de:

  • Juglar cyclus– 8-10 jaar gebaseerd op rentegolven, aandelenprijzen, faillissementen, patenten en ijzerprijzen. De cyclus van 9,25 jaar komt overeen met een 180 graden draaiing van de maan ten opzichte van de zon.
  • Kitchin cyclus– 4 jarige cyclus in wholesale prijzen, renteveranderingen en bank clearing indices. Ongeveer 13 maal 4 jaar komt overeen met de Kondratieff cyclus en het getal 13 was ook al bij de Maya’s een bijzonder getal.
  • De oorlogscyclus– een 17,70 jaar cyclus die door de eeuwen heen al herkenbaar is en tot 600 jaar voor Christus teruggaat. Hij komt ook overeen met de fluctuaties is de wholesale prijzen, in de kolenproductie en gek genoeg zelfs met Nijl overstro-mingen (17,33 jaar). Bedenk dat 3 maal deze cyclus weer precies de K-wave is.
  • De zonnecyclus – een ongeveer 11 jarige cyclusvan de sterkte van zonnevlekken. Elke keer bij zo’n piek keert de magnetische polariteit van de zon om, dus eigenlijk is het een cyclus van 22,2 jaar. De cyclus heeft invloed op droogteperiodes op aarde en dus ook de voedselprijzen. Voor Nederland geldt bovendien dat in de elfjarige dalen van de zonnepiekcyclus de afgelopen eeuw we telkens Elfstedentochten konden meemaakten.

Invloed van de zon en de maan

Het is begrijpelijk dat de ster die ons zonnestelsel domineert, van grote invloed is op het leven zelf. Zodra een zonnevlek-activiteit zijn hoogtepunt bereikt, is er op die momenten een concentratie te zien van allerhande historische events en statistisch een minimum als er een zonnevlekminimum is. De pieken van die  historische gebeurtenissen slaan dan op menselijke activiteiten op het gebied van economie, politiek of militaire uitbarstingen. Maar slaan ook op revoluties, instortingen, expedities, religieuze twisten en volksverhuizingen. En waarschijnlijk wordt ook ons klimaat grotendeels bepaald door de zon.

Naast de genoemde 11 jarige (zonnevlek-pieken) en 22 jaren (2 x 180 graden omslag van magnetische as) cyclus van de zonnevlekken, is er ook een eeuwen durende cyclus van 200 – 222 jaar herkenbaar en er is zelfs een millennium durende cyclus van 1000 -1050 jaar gevonden. Kortom, op vele wijzen heeft onze zon invloed op onze korte en lange termijn cycli.

Maar ook de maan heeft met zijn 29,53 dagen cyclus een belangrijke invloed op ons dagelijks leven. Zo ontstaat door de maan twee keer per dag eb en vloed, omdat de maan het water in onze oceanen aantrekt als hij om de aarde draait. Echter de kracht die de maan uitoefent op de individuele mens is minimaal. Er zijn vele studies uitgevoerd om de – logische – invloed van de maan op ons leven wetenschappelijk vast te stellen, maar veel heeft dit tot nog toe niet opgeleverd.

Een leuk voorbeeld is wel dat de bezetting van eerste hulp voor dieren rond volle maan een gemiddeld 30% hogere bezetting oplevert; voor mensen is dit nooit aangetoond. Het gewicht van honingbijen is aantoonbaar groter bij volle maan. En de maan lijkt invloed uit te oefenen op het hormonale gedrag van dieren.

Voor mensen is het echter anders. Over de 28 dagen cyclus van de vrouwelijke menstruatie is nooit wetenschappelijk bewijs gevonden dat de maan hier statistisch echt invloed op heeft; evenals het vaak beweerde hogere geboortecijfer bij volle maan.

Echter experimenten hebben aangetoond dat vrouwen met een onregelmatige cyclus, de cyclus kunnen reguleren door zacht licht aan te laten in de 14e, 15een 16nacht na hun menstruatie. Of natuurlijk het licht van de volle maan binnen te laten schijnen. Na een paar maanden begint de cyclus zich hierop af te stemmen. Men noemt dit het Dewan effect, er is een relatie tussen licht en menstruatie.

Ook op ons menselijk slaapgedrag is nooit de invloed van de maan wetenschappelijk aangetoond. Hoewel dat vroeger, toen er nog geen kunstmatige verlichting was, dit wel gold. Mijn eigen slaap-app geeft zeker een stevig verband aan van mijn eigen gemeten slaapkwaliteit en het ritme van de maan. Persoonlijk denk ik dat er meer is, dan we op dit moment wetenschappelijk kunnen aantonen. Denk aan de homeopathie waar de wetenschap nog altijd met lege handen staat, ondanks dat het voor velen een overtuigend effect blijkt te hebben.

Concluderend mogen we stellen dat alles om ons heen oscilleert en dat vele van die cycli elkaar versterken of juist elkaar uitdempen. De astro-wereld heeft niet alleen invloed op de levende mens, maar ook in welk tempo en met welke cycli wij de materiele wereld ontwikkelen. De Kondratieff cyclus is daar tot op heden de belangrijkste cyclus voor.

Theorie van Kondratieff

De Russische econoom Nikolai Kondratiev (vaak als Kondratieff geschreven) was de eerste die in 1928 in zijn boek ‘The major Economic Cycles’ die deze cyclus herkende en beschreef. In 1939 heeft Joseph Schumpeter deze cycli ter ere aan hem de Kondratieff cyclus te noemen.

Kondratieff identificeerde 3 fasen in de cyclus: expansie, stagnatie en recessie. Tegenwoordig spreken we over vier cycli waarbij het moment van omslag van recessie naar expansie de vierde periode is. Sommigen spreken ook wel over de vier jaargetijden: zomer (expansie), herfst (stagnatie), winter (recessie) en lente (omslag nieuwe fase).

Hij beschreef in 1928 de eerste fasen die hij herkende uit de 19eeeuw:

  • 1790 – 1849 met als omslagpunt 1815
  • 1850 – 1896 met als omslagpunt 1873
  • 1896 zijn aanname dat een nieuwe cyclus was begonnen.

Daniel Šmuhulaheeft een modern overzicht van de Kondratieff cyclus ontwikkeld en herkend intussen 6 lange golven:

  • 1600 – 1780 de golf van de financieel-agrarische revolutie
  • 1780 – 1880 de golf van de industriële revolutie
  • 1880 – 1940 de golf van de technische revolutie
  • 1940 – 1985 de golf van de wetenschappelijk technische revolutie
  • 1985 – 2015 de golf van de informatie en telecommunicatie revolutie
  • 2015 – 2035 ? de golf van de post-informatie technische revolutie.

Šmuhula gelooft dat elke nieuwe golf iets korter duurt, dit in tegenstelling tot Kondratieff en Schumpeter.

Elke golf begint met een innovatie fase, op basis van uitvindingen uit de vorige golf. Dit wordt als technische revolutie gezien en ondernemers staan op om met deze innovaties nieuwe ondernemingen op te zetten (start-ups). Daarna komt de applicatie- of toepassingsfase, wanneer de ontwikkelde techniek in alle gebieden van de maatschappij kan worden toegepast. Uiteindelijk neemt de toegevoegde waarde van de nieuwe toepassingen af en ontstaat stagnatie. Maar men blijft investeren, eventueel gebaseerd op leningen om de economische groei te handhaven, waardoor uiteindelijk de economisch-financiële zeepbel barst en een recessie ontstaat.

Omdat in de hoogtijdagen van de economische groei wederom veel geld beschikbaar is voor vrije research, ontstaan veel nieuwe uitvindingen, waar men de uiteindelijke succesvolle toepassing (de innovatie) nog niet onderkent. Dat gebeurt pas gedurende de nieuwe recessie als nieuwe ondernemers op basis van die eerdere uitvindingen nieuwe toepassingen en business zoeken. In die periode herkennen we ook veel patent-gevechten omdat ondernemers vechten voor het intellectuele eigendom om hun nieuwe innovatie veilig te stellen.

De periode van 2007 – 2010 was typisch het dal van de 5egolf, ingeleid door de internet bubbel die in 2001 al de ontstane stagnatie typeerde. Met leningen probeerde men de gewende welvaartsgroei te handhaven, maar dat lukt uiteindelijk nooit en dan knapt de financiële bubbel die op basis van die ‘geleende’ groei is ontstaan. In de jaren dertig en eind 19eeeuw waren dit ook de oorzaken van de financiële crises.

Vervolgens probeerde de overheden de financiële crisis met leningen te corrigeren en ontstond bijvoorbeeld in Europa zeven jaar later (2001 – 2008 – 2015) hadden we de kunstmatige overeind gehouden munt de euro wederom een crisis. Precies volgens de zeven jaarlijkse deelgolven van de Kondratieff cyclus.

Naast de nieuwe toepassingen in onze maatschappij van alle informatie gerelateerde innovaties, is ook enorme groei te verwachten op het gebied van resource efficiency en schone, sustainable technieken. Ook op het gebied van DNA-techniek en gentechnologie zijn nieuwe impact hebbende toepassingen te verwachten, waarmee we kunstmatige organen kunnen maken en ons leven kunnen verlengen. Daarnaast zien kunstmatige intelligentie enorme stappen voorwaarts maken op basis van de reeds gestarte Big Data en analytics ontwikkelingen. We zien dat we enerzijds de levende natuur kunstmatig kunnen nabouwen, terwijl we anderzijds de dode materie kunstmatig intelligentie kunnen geven. Deze twee ontwikkelingen komen de komende periode bij elkaar.

Tetra van de natuur

Zoals ik net stelde, komen de levende materie en dode materie steeds dichter bij elkaar. We kunnen levende materie namaken en dode materie levend maken. Dat brengt allerhande ethische vraagstukken met zich mee die onze maatschappij de komende decennia stevig zullen veranderen. Het samenkomen van het cognitieve en kunstmatige tot geïntegreerde toepassingen.

Het is intrigerend dat we op 21 december 2012 een nieuwe Baktun cyclus zijn ingegaan – een nieuwe periode van 5125 jaar – en voor het eerst in de historie levende materie en dode materie lijken te kunnen combineren. Met de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie proberen we dode materie ‘menselijke intelligentie’ te geven. Terwijl we anderzijds levende materie met (informatie-) techniek gaan ondersteunen. Denk aan pacemakers, kunstmatige ledematen, intelligente devices die onze lichaamsprocessen kunnen ondersteunen. Met DNA-, gen- en nano-technologie kunnen we steeds meer direct ingrijpen in levende organismen.

Epiloog

Onze zon en het zonnestelsel heeft zonder meer invloed op ons dagelijkse leven en de natuur en het klimaat om ons heen. Hoe enorm die invloed van de zon is, is nog steeds lastig vast te stellen. Wel is het duidelijk dat er meer invloed is dan we op dit moment (nog) kunnen begrijpen. Alles wat ik hierboven vertelde, zijn waarnemingen en bestaande ideeën en theorieën die over die waarnemingen bestaan. Die kun je geloven of niet, maar op zijn minst kunnen ze de nieuwsgierigheid prikkelen. Dat is in ieder geval wel bij mij het geval en daarom ben ik enthousiast die fascinatie met iedereen te delen.

Photo by Ramiro Martinez on Unsplash