‘Who moved my cheese?’
In 1998 schreef Spencer Johnson de zakelijke fabel ‘Who moved my cheese?’. Een kort verhaal hoe twee muizen – Sciff & Scurry – en twee ‘Littlepeople’ – Hem & Haw – ontdekken dat de kaas, die altijd in overvloed in hun pakhuis aanwezig was, op een dag was verdwenen. Omdat er steeds voldoende kaas was, waren ze lui geworden. En niet op jacht geweest naar nieuwe kaas. Toen de volgende dag geen verse kaas was aangevoerd, besloten Sciff & Scurry op zoek te gaan naar nieuwe kaas. Hem & Haw bleven echter besluiteloos achter, wachtend op de dag dat er wellicht toch weer nieuwe kaas zou zijn.
Change happens!
Intussen vonden Sniff & Scurry in een ander pakhuis nieuwe kaas. Hem & Haw twijfelen nog steeds. Maar Haw gaat uiteindelijk ook op zoek naar nieuwe kaas en vindt – uitgehongerd – intussen ook nieuwe kaas. Tijdens zijn zoektocht in het doolhof van de pakhuizen, schrijft hij zijn bevindingen op muren, ter lering van anderen: ‘verandering gebeurt, anticipeer dat het heel snel kan veranderen’. Ruik regelmatig aan je kaas, opdat je weet wanneer deze niet meer vers is. Hoe sneller je oude kaas vervangt, hoe sneller je kunt genieten van nieuwe kaas. Geniet ook van de verandering, geniet van het avontuur nieuwe kaas te vinden en geniet vooral van nieuwe andere kazen, als je die vindt.
Onze maatschappij is in een stroomversnelling van verandering gekomen en nieuwe kaas dient zich aan. Vaste patronen in de wereld kantelen. Globalisering stokt. Digitalisering gaat nog steeds in een razend tempo verder. De veiligheidsriemen moeten strakker. Als zich een scherpe bocht zich aandient, moeten moet je kunnen vertrouwen op je remmen. Voor je het weet, vlieg je uit de bocht en lig je langs de weg. Ook bestaande ‘kaas’ wordt ouder. Oude zekerheden krijgen een luchtje. Energie, milieu, klimaat, duurzaamheid, oorlog, economie, voedsel . . . alles is in beweging. En soms stapelend, soms concurrerend en soms ook tegenstrijdig. En weten we nog niet eens precies waar en wat precies onze nieuwe kaas is.
Day after Tomorrow
Peter Hinssen wist in zijn boek ‘Day after Tomorrow’ (DaT) heel mooi te beschrijven dat bestuurders en managers veel te weinig met die dag ná morgen bezig zijn. De focus is vooral op vandaag gericht. Zelfs een groot deel die nog bezig zijn om de ‘Shit of Yesterday’ (SoY) op te ruimen. Maar aan de kaas van gisteren kun je niet ruiken, dat de kaas morgen zal stinken of wellicht niet eens meer beschikbaar is. Met zoveel tegelijkertijd in beweging wordt de ‘Shit of Yesterday’ eerder groter dan kleiner. Voor sommige bedrijven is naar de cloud gaan nog steeds innovatief, terwijl deze verandering al in 2002 bij AWS startte en in 2006 een volledige oplossing aanbood met S3-storage en EC2. In 2008 lanceerde Google zijn Google App Engine; een volledige cloud IaaS infrastructuur voor webapplicaties.
De cloud is twintig jaar oud: oude kaas? Voor ICT is twintig jaar een generatieverschil. De cloud is gisteren en vandaag. Maar wat komt morgen? En overmorgen? Al jaren wordt gesproken over de groei van edge-computing. Dat in percentage slechts een fractie van de markt was. Maar begin 2023 plaatsten marktverkenners edge-computing al op een veel hoger voetstuk. De huidige ontwikkeling van AI vraagt training in grote datacenters. Maar voor snel en efficiënt gebruik worden AI-modellen dicht bij de gebruiker geplaatst. Ook de groei van IoT jaagt edge-computing aan. Niet dat het cloudcomputing overbodig maakt, maar het neemt wel een groot deel van de groei over. Op de ‘Day after Tomorrow’ is edge-computing de innovatie-focus en cloud wellicht een onderdeel van de ‘Shit of Yesterday’.
Meer decentrale IT
De uitdrukking Vierde Industriële Revolutie werd voor door Klaus Schwab (WEF) voor het eerst gebruikt in een artikel uit 2015. Hij benoemde dat als de combinatie van hardware, software en biologie – cyberfysische systemen – met de nadruk op nieuwe wijzen van communicatie en connectiviteit. En het gebruiken van deze groeiende cyberfysische intelligentie voor verdere verduurzaming van onze planeet. Dat heeft een decentraliserende invloed op infrastructuren om realtime feedback te ondersteunen. We zien centrale IT-oplossingen zoals de centrale cloud, toch langzaam aan kleine scheurtjes krijgen.
Niet alleen snelheid en respons van hardware en netwerken zijn van belang. Ook de mogelijkheid ons te bevrijden van de macht van de – nu nog noodzakelijke – grote, centrale providers, is een drijver voor decentralisatie. Smart cities, woningen en auto’s verlangen lokaal, situationeel bewustzijn. Je ‘aanrijdingsdetector’ in de bumper heeft immers geen tijd om een centrale cloud te raadplegen om te weten of er geremd moet worden. Zoals ik jaren geleden al stelde, is het geen óf óf, maar een én én. De cloud is voor Big Data en edge is voor Fast Data. Hybride vormen in gedecentraliseerde netwerken en nodes die het nieuwe Web3 kunnen ondersteunen. En Fast Data wordt net zo belangrijk (en veel) als Big Data, maar is wel andere kaas . . .
Sciencefiction wordt werkelijkheid
Met de groei van blockchain, cryptografie en AI wordt, gebaseerd op zero-trust en zero-proof, zowel peer-to-peer communicatie als betaling mogelijk. Waar we met zelfsoevereine, digitale identiteiten onze privacy weer zelf gaan beheren, zoals we dat ook in de fysieke wereld gewend zijn. Net zoals we in een ‘vertrouwelijke anonimiteit’ met cash onze goederen kunnen kopen en betalen, kunnen we dat straks eindelijk ook in de digitale wereld. Zonder dat iedereen meekijkt op alles wat je doet: de centrale providers, de overheden, de illegale data-snoepers en ‘last but not least’ de inlichtingendiensten. Een anoniem systeem is geen geheim systeem. Maar een systeem dat de gebruiker zelf in staat stelt zelf zijn anonimiteit op te heffen, op het moment dat hij of zij dat nodig acht, veilig vindt. En het noodzakelijk is.
Niet anders dan in onze fysieke wereld als je in de snackbar of op de markt met cash een patatje koopt. Met Web3 wordt het internet eindelijk volwassen en hoeven we daar niet meer als kinderen aan de hand van grote, meekijkende providers ons daar te bewegen en bevinden. Decentrale betalingen met – in plaats van fysieke munten en bankbiljetten – nu met digitale, zero-proof cryptomunten. Digitale peer-to-peer conversaties die net als in de fysieke wereld in alle privacy kunnen plaatsvinden. Zonodig achter de voordeur van je digitale woning waar zonder huiszoekingsbevel niemand zomaar binnen mag dringen. En digitaal browsen zonder je identiteit telkens te geven, net zoals je anoniem langs etalages en door winkels kunt lopen.
Privacy is de nieuwe kaas
Privacy is een groot goed, dat we deels moesten inleveren om al van alle mooie zaken op het internet te kunnen genieten. Maar gelukkig kunnen we die privacy technisch gesproken weer veilig in eigen hand nemen. Voor de data-verslaafde organisaties – zoals Big Tech en overheden – die zo graag en makkelijk mee-snoepen van en rondgluren in onze data, zal dat voor een deel afkicken zijn. En ze zullen net als Sciff & Scurry en Hem & Haw op zoek moeten naar nieuwe privacy-kaas. De slimme Sciff’s & Scurries zie ik al in de nieuwe Web3 werelden rondlopen. Via gaming, metaverse en virtuele werelden zijn vele bedrijven hun nieuwe, zelfbeheerde privacy-kaas al aan het uitproberen. En hij smaakt heerlijk 🙂
Maar er zijn ook nog veel Hem’s & Haw’s besluiteloos aan het twijfelen en hebben geen weet dat er in veel pakhuizen reeds in nieuwe kaas wordt gehandeld . . .
(Hem & Haw = besluiteloosheid)
Photo by Pixabay: https://www.pexels.com/photo/close-up-of-wine-and-fruits-248413/