Clearinghouse
Het begrip clearing komt uit de financiële wereld en duidt op alle activiteiten tussen het aangaan van een transactie en de uiteindelijke verwerking daarvan. In het binnenlands en buitenlands betalingsverkeer betekent het ook de onderlinge verrekening van vorderingen en schulden door banken op een bepaald moment in de tijd. In de handel is er altijd een koper en een verkoper: het clearinghouse zorgt als tussenpersoon dat de volledige transactie wordt afgehandeld en het betreffende transactiekapitaal veilig is om de handelende partijen te beschermen. Het gaat om stabiliteit te garanderen; een clearinghouse is ontwikkeld om de potentiele impact van een faillissement van een handelspartij te verminderen.
Van clearing naar data
Naast de financiële wereld gebruikt de energiewereld het clearingmodel voor het managen van de Programma Verantwoordelijkheid (het aanleveren van datagegevens voor de inschatting van energiebehoefte voor de volgende dag). Het vroegere Energie Clearing House heet tegenwoordig Energie Data Service Nederland (EDSN) en ondersteunt het overstappen van klanten van de ene leverancier naar de andere. EDSN werkt samen met de regionale netbeheerders, TenneT en GTS aan de centrale marktfacilitering voor de energiesector. Het is een complex samengaan van alle stakeholders in de wereld van energielevering. Van leveranciers tot netbeheerders, van branche-verenigingen tot meet-verantwoordelijken en van klanten tot belangen-organisaties. En dat alles natuurlijk in nauwe samenwerking met de ACM en EZ.
De oude naam clearinghouse veranderde met de liberalisering van de energiemarkt in 2001 naar energie-data services. Clearing is immers een spel van afhandelen van (digitale) data over geregistreerde aansluitingen, actuele meetdata, behoefteschatting en balanceren van het net en de grondstof voor juiste facturatiegegevens. De energienetten moeten continu realtime in balans worden gehouden en hoe beter men vraag en aanbod weet en voorspelt, hoe minder onbalans er is en bijbehorende compensatiemaatregelen moeten worden getroffen. Hoe stabieler de energiebalans is, des te effectiever en efficiënter men kan investeren om het in stand te houden of uit te breiden.
Het gaat om het capaciteitsmomentum
Iedereen heeft een bepaalde capaciteit voor zijn elektriciteitsaansluiting. Die capaciteit bepaalt de maximale energie die je als consument aan het net kunt vragen. Hoe groter de optelsom van capaciteiten is die een netwerk moet kunnen leveren, hoe hoger de basiscapaciteit van het netwerk zelf moet zijn. Met de komst van elektrische auto’s en warmtepompen neemt de basiscapaciteit van consumenten enorm toe. En dus de noodzaak om die grotere capaciteit te kunnen transporteren. Iedere afnemer betaalt een vast bedrag voor de capaciteit van zijn aansluiting. Zelfs als je die capaciteit nooit zult afnemen. Het is vergelijkbaar met de pk’s in je auto; meer pk’s maakt de motor duurder, ook als je nooit je gaspedaal diep intrapt of met een caravan op vakantie gaat. Het is dus economisch zinvol om de aansluitcapaciteit van je woning te minimaliseren door beter je eigen energie te managen door load-balancing en peak-shaving.
Met de groeiende komst van toevalstroom in de vorm van zon- en windenergie wordt immers dat balanceren van het landelijke net steeds kostbaarder. Met consumenten die ook producenten worden en onverwacht energie leveren in plaats van stabiel te gebruiken. Dit maakt het werk van netbeheerders steeds lastiger. Wisselende lokale vraag en aanbod moet nu ook worden meegenomen in de capaciteitsplanning. Waardoor het in balans houden kwadratisch ingewikkelder wordt. En een steeds stevigere en duurdere hoofdinfrastructuur vraagt. Het tekort aan netcapaciteit is de afgelopen jaren enorm gegroeid en zet de leveringsbetrouwbaarheid zwaar onder druk.
Kost en baat
Een Nederlands spreekwoord zegt dat de kost voor de baat uitgaat. Dat geldt ook voor de energietransitie. Ooit is een elektrische infrastructuur aangelegd op basis van een goed voorspelbaar productie- en afnamemodel. Daarbij was in dunbevolkte gebieden een infrastructuur met een beperkte capaciteit voldoende, omdat daar weinig afnemers waren. Juist in druk bevolkte gebieden was een sterke energievraag door elektrificatie van industrie en woningen en later ook de groeiende aanwezigheid van datacenters.
De energietransitie belast momenteel de twee zwakste plekken van ons elektriciteitsnet: in de dunbevolkte regio’s met grootschalig aanbod van toevalstroom van windmolens en zonneparken én in druk bevolkte gebieden met zware belastingen zoals elektrische auto’s, elektrische verwarming en warmtepompen. Hier komen de kost en de baat met elkaar in gedrang. Want zowel het planologisch plannen als de aanleg van nieuwe elektrische infrastructuur vraagt decennia aan doorlooptijd. Aanpassen van bestemmingsplannen, verkrijgen van vergunningen en intensieve graafwerkzaamheden om – zeker in stedelijke gebieden – de capaciteit van kabels te vergroten. Grootschalige energieplanning gaat over een plan-horizon van decennia en over honderden miljarden euro’s aan investeringen.
Klein maar fijn
Hoe minder we onze netten grootschalig (hoeven te) belasten, hoe makkelijker we snelheid kunnen creëren met de energietransitie. Bijvoorbeeld door met energiebesparing en slimme lokale energienetten de lokale capaciteit laag te houden. Hoe meer we lokaal besparen, hoe lager de capaciteit kan zijn en blijven. Komend jaar start de gezamenlijke branche van Doe het zelf ketens de actie ‘Doe het zelf, doe het duurzaam’. Er zijn volop mogelijkheden om zelf aan de slag te gaan met isoleren en het installeren van energiezuinige verlichting en apparaten. Geholpen met een duidelijk handelingskader en zelfredzaamheid drukt dat de kosten voor ons als consument en is het ook een oplossing voor het aanhoudende tekort aan beschikbare arbeidskrachten in de bouw. Twee vliegen in één klap. Alle bouwmarkten gaan in 2020 actief samenwerken en bieden actief relevante energie-informatie en subsidiemogelijkheden over uw woning en uw buurt.
Met de voortgaande digitalisering kunnen individuele woningen makkelijker intelligent worden gemaakt om in een slim buurtnet beter lokale energievraag en -aanbod te managen. Hoe meer we energie lokaal kunnen balanceren, hoe makkelijker het op regionaal en landelijk niveau wordt. In 2018 zagen we een toename van 20% in het aantal lokale energiecoöperaties tot een kleine 500. Partijen die zich nog voornamelijk toeleggen op het gezamenlijk installeren van zonnepanelen, windmolens of warmtenetten. Maar netbeheerders zien ook mogelijkheden om lokale elektrische apparatuur op afstand te bedienen. Als iemand een wasmachine klaar heeft staan, gaat deze pas draaien als er lokaal voldoende en/of goedkope energie voorhanden is. Datzelfde geldt voor een elektrische auto. Op deze wijze werden in de periode 1960-2000 gehuurde boilers ook gezamenlijk aan/uit gezet.
Op negen plaatsen in Nederland wordt al geëxperimenteerd met slimme elektriciteitsnetten. Hiervoor willen de netbeheerders graag hun slimme meters inzetten, maar dan speelt het aspect privacy opeens mee. Je kunt ook zelf je energieverbruik meten en regisseren en op basis van lokaal aanbod zelf besluiten of je huis bepaalde energie gaat inkopen of verkopen. Je eigen huis als een eigen mini-clearinghouse, dat zelf besluit over elke energie-inkoop en verkooptransactie. Technisch goed mogelijk en volledig passend om de privacy achter je voordeur te kunnen blijven garanderen, mits de interoperabiliteit & comptabiliteit geregeld is. Zie mijn eerdere blogs de slimme meter en de slimme meterkast hierover.
Het onafhankelijk intelligent maken van een woning maakt je als eigenaar en bewoner onafhankelijker van derden. Daarnaast is je eigen intelligente meterkast makkelijk veilig uit te breiden naar slimme extramurale zorgfuncties of elke andere smart home service. Na 50 jaar lang alles steeds meer aan overheid en bedrijfsleven over te hebben gelaten, kunnen we met de groeiende digitalisering de komende decennia als burger onze zelfredzaamheid steeds meer personaliseren, organiseren en regelen.
Photo by Markus Spiske on Unsplash