De robotopzichter
In 1983 publiceerde ik een boek over de komst van de robots. Indertijd een enorme discussie omdat in die tijd in Nederland de werkloosheid al ver boven de tien procent was. Robots zouden zeker nog meer werkloosheid creëren. De robots waar we toen over spraken, waren sterke staaltjes techniek. Maar elke beweging moest van begin tot eind nauwkeurig worden geprogrammeerd. Verder waren het eigenlijk niet meer dan domme productiemiddellen met als voornaamste eigenschap dat ze nooit moe werden. Daarnaast konden ze in allerlei gevaarlijke fabrieksomgevingen staan waar je als mens liever niet verkeerde. Robotisering en mechanisering veranderde ouderwetse handmatige fabrieken in gestroomlijnde mechanische straten en ketens. De auto-industrie is daar wellicht het beste en bekendste voorbeeld van.
Verstopping
Dezelfde mechanisatie werd gebruikt in distributie- en sorteercentra, maar bleef dom en eenvoudig. Als er iets misging, moest een mens de situatie herstellen. Denk aan de bagagestromen op vliegvelden waar duizenden koffers correct worden verplaatst. Totdat er een koffer te groot is en klem komt te zitten en een enorme opstopping veroorzaakt. Ik kan me een situatie herinneren bij de posterijen waar drie banden samen kwamen op één band en waar soms twee pakjes tegelijk kwamen en de zaak blokkeerden. Daarom was er iemand aangenomen die op die plek – in die verder lege ruimte – de hele dag op een stoel moest zitten om in te grijpen als er iets misging. Dat was beslist geen kwaliteit van de arbeid voor die persoon en de mens was in dit geval de ondergeschikte c.q. een slaaf van de mechanisatie.
De robot als ondergeschikte
Het bleek al snel dat robots prima inzetbaar waren in gevaarlijke en vuile omgevingen en daar de mens konden vervangen. Waarbij langzamerhand de mens de opzichter werd van een straat met robots in plaats van andersom. Waar mechanische knechten voorgeprogrammeerd werk uitvoerden al naar gelang de taak of opdracht die ze moesten uitvoeren. En waarbij de mens zowel de logistiek, de uitvoering als het onderhoud van een productiestraat regelde. In die tijd werden handmatige fabrieken met duizenden werknemers getransformeerd naar geautomatiseerde straten waar 20 tot 50 medewerkers de productie regelden. En ja, de angst dat de robots vele banen zouden elimineren, werd bewaarheid. In de jaren tachtig en negentig werden de werkloosheidcijfers slechts omlaag gebracht door werknemers met vervroegd pensioen te sturen. Soms zelfs al met vijftig jaar werd afscheid genomen met een VUT-uitkering tot de formele pensioendatum. Een groot verschil met tegenwoordig.
Revival
De robot beleeft op dit moment een revival. Slimme actuatoren en sensoren maken de robot in alle opzichten veel handiger, slimmer en gebruiksvriendelijker. Bij de eerste generatie robots stonden hoge stevige hekken om te voorkomen dat een mens te dicht bij de ‘blinde’ robot kwam. Er zijn in die tijd veel ongevallen geweest, zelf nu nog vallen er nog af en toe slachtoffers. Maar niet alleen worden robots voor het zware werk gebruikt en moesten derhalve zelf ook zwaar, stevig en sterk zijn, maar voor veel simpelere werkzaamheden worden robots ook ingezet. Met voldoende sensoren dat ze tussen de mensen kunnen staan en werken zonder hen te verwonden of te doden. Het Internet of Things zorgt dat robots een veel vanzelfsprekender verschijning zullen worden in onze wereld. Zowel binnen als buiten de fabriek. En niet alleen voor productiewerk maar ook voor dienstverlening en zelfs amusement.
Robot 2.0
Iedereen kent wel de filmpjes van bijvoorbeeld Boston Dynamics die zeer geavanceerde robots ontwikkelt. Robots die zelfs een ‘aaifactor’ hebben omdat ze op mensen en dieren lijken. Of zoals in dit filmpje waar we zelfs een ‘och wat zielig’ uitroepen als ze een robot aan het pesten zijn en die aan het eind zelfs mocht terugvechten. Dit type robots kunnen samen met mensen functioneren. Zij aan zij worden dit soort ‘helpers’ al militair ingezet. Naast drones is elk leger actief met het oefenen met robottechnologie als hulp voor grondtroepen. De combinatie van een vliegende robot – een drone – en een op de grond werkende robot is een zeer krachtige combinatie waar bijna geen mens meer aan te pas komt. Of zoals in dit Russische filmpje waar gerobotiseerde voertuigen onder leiding van een militair, complexe operaties uitvoeren.
Mens en robot
De combinatie mens en robot zal steeds vaker voorkomen. Hier hoeft de robot niet een op de mens lijkend apparaat te zijn. We zien hulpmiddelen als stenen leggende robots die wegen bestraten of muren metselen. Onder toezicht van een mens. Op aanwijzingen van een mens. Onder verantwoordelijkheid van een mens. De medewerker met zijn gerobotiseerde ‘maatje’. Een mechanisch maatje waar steeds meer slimheid in wordt geprogrammeerd. Dat is gelinkt met de virtuele 3D wereld waarin iets moet worden gebouwd. De verfrobot die perfect de muren voor je gaat verven. Iets anders dan de bekende spuitrobots die in gevaarlijke en vieze spuitcabines de rol van de mens al jaren geleden hebben overgenomen. Er wordt door universiteiten gekeken of de ervaring uit de gaming industrie kan worden gebruikt om mens en robot beter te laten samenwerken. En in robot-hacketons worden nieuwe mogelijkheden uitgeprobeerd en nieuwe ervaringen opgebouwd.
Tijd is rijp
Veertig jaar geleden toen ik studies deed naar robots kreeg ik regelmatig journalisten op bezoek die op jacht waren naar sciencefiction verhalen over de ‘robots are coming’. Ik moest ze altijd teleurstellen omdat het toen om koude en kille fabrieksrobots ging die heel ver weg stonden van de science fiction wereld. Maar momenteel is de techniek en vooral de informatietechniek zoveel verbeterd, dat niet alleen handige huishoudhulpjes als de robot grasmaaier voor handen zijn, maar ook mens-lijkende robots beschikbaar komen. De Japanners zijn op dit gebied al decennia gefascineerd bezig.
Voor de Olympische Spelen in 2020 hebben Japanse bedrijven al diverse robot-assistenten ontwikkeld die ze met enthousiasme zullen gaan inzetten. Robots die je naar je plaats leiden, robots die voedsel en drinken rondbrengen, robots die sport-toestellen op hun plaats zetten, robots om rolstoelgebruikers naar hun plaats te geleiden en robots die tijdmetingen zullen doen. Kortom, een prachtige gelegenheid om allerhande mogelijkheden uit te testen voor robots die de jaren daarna op allerlei andere plekken kunnen worden ingezet. In de zorg, in de hulpverlening, in de dienstensector en in de huishouding.
Wie weet hebben we over twintig jaar wel allemaal een persoonlijke robot-assistent. Een assistent die ons helpt in de huishouding, met onze persoonlijke verzorging, om spelletjes mee te spelen en ons als gastheer te vertegenwoordigen als we zelf niet aanwezig zijn. De techniek is het probleem niet meer. De ethiek wellicht nog wel. Er zijn drone- en robotsystemen die onze huizen kunnen beschermen tegen indringers. Zodra een ongewenste activiteit plaats vindt, stijgt de drone op en zoekt de indringer, terwijl een bewapende landrobot naar de locatie wordt gedirigeerd. Deze systemen zijn in de US, zeker voor grote landerijen, al te koop. We worden de komende decennia allemaal robotopzichters. Robothulpjes in huis, de tuin, het werk en zelfs voor ons amusement. Sciencefiction wordt langzamerhand werkelijkheid. Het blijven leuke tijden . . .