Onze Rijks ICT is niet alleen zorg over het heden
In de nieuwe kabinetsformatie zouden – naast het uitdagende heden van onze Rijks ICT – ook het verleden en toekomst aparte bestuurlijke aandacht moeten hebben. De uitdaging is groot: hoe te vernieuwen met behoud van het goede? De dagelijkse operatie – de ICT-fabriek – bedrijfszeker in stand houden. Naast moderniseren ook de historie op verantwoordelijke wijze afbouwen en opruimen. De nieuwe Archiefwet geeft gelukkig aan hoe digitale informatie – met achtergrond data – duurzaam vast te leggen. Maar er is ook een punt aan de horizon nodig. Wat is over 15, 20 jaar de behoefte van burgers, bedrijven en mede-overheden aan soorten dienstverlening door de overheid. Nu Rutte is verdwenen, kunnen immers zulke lange termijn visies eindelijk weer terugkeren . . .
Het heden
Onze overheid begon ruim veertig jaar met informatisering en daarna digitalisering. Keuzes uit die tijd zien we nog steeds terug in de sommige operationele systemen. Op zich niet verkeerd, maar op termijn niet meer passend bij onze veranderde en gedigitaliseerde maatschappij. Hoe burgers en bedrijven willen en zouden kunnen communiceren met hun overheid. Op moderne wijze kunnen omgaan met eigen data, privacy en soevereiniteit. Maar de grote overheidsfabrieken kunnen helaas niet zo makkelijk veranderen of moderniseren. Oude ontwerpkeuzen en bestaande infrastructuur staan veranderingen gewoonweg niet toe.
De NORA, onze Rijksoverheids architectuur is prima voor de huidige fabriek, omdat hij daar rond 2000 ooit voor is ontwikkeld. Maar als we op dit moment een nieuwe fabriek mochten bouwen, zal de doelarchitectuur – en dus de NORA – er echt anders uit gaan zien. Oude ICT-infrastructuren, zolang ze in gebruik zijn, kunnen beperkt moderniseren. Net zoals oude bestaande woonwijken nooit de inrichting en duurzaamheid van nieuwe architectuur en bouwtechniek zullen krijgen. Net zoals we soms oude, niet meer te moderniseren wijken moeten afbreken om daar werkelijk vernieuwing te laten plaatsvinden – stadsvernieuwing – is dat ook de wijze hoe we op een gegeven moment oude ICT-landschappen moeten opruimen.
Het verleden
Dit verleden moet op een juiste wijze worden afgebroken. De nieuwe Archiefwet stelt eisen hoe we ook digitaal met al onze data, informatie en kennis over die informatie moeten omgaan. Wanneer en op welke wijze die data, informatie en kennis voor de toekomst duurzaam en onveranderlijk moet worden vastgelegd en opgeslagen. Het verleden bevat ook veel data die wettelijk geen rol meer speelt. Archiveren is naast gecontroleerd bewaren, ook vernietigen of zonder instandhouding-verplichting aan anderen overdragen.
Naast data moet ook oude infrastructuur worden afgebroken en afgevoerd. Die heeft zijn dienst gedaan en kan mogelijk op een duurzame wijze worden gerecycled. Archiveren en afbouwen is een activiteit die los moet staan van de dagelijkse ICT-operatie. Dus ook los van budgetten, planning en aansturing van de dagelijkse ICT-fabriek. Die fabriek heeft het al druk genoeg met zichzelf om dat er nog bij te kunnen hebben. Daarom zou vanuit de politiek een separate bestuurlijke opdracht moeten zijn om een aparte ICT-organisatie in het leven te roepen die op ordentelijke wijze het verleden beheert. Dat het Nationaal Archief daar een betrokkenheid bij zal hebben, lijkt evident.
De toekomst
De toekomst is niet voorspelbaar. Maar kunnen we deze wel verkennen. Ontwikkelingen in zowel maatschappij als techniek zijn lange termijn veranderingen die decennia vooruit moeten worden verkend. Dit is geen taak voor de operationele fabriek. Laat een aparte organisatie deze ‘stip op de horizon’ benoemen en tonen. Een visie op de toekomst waar we willen uitkomen. Maar ook waar we beslist niet willen uitkomen. Als we als maatschappij en politiek het bestuur van de overheid zo’n ‘digitale stip’ kunnen geven, vraagt dat naast het heden en verleden, ook een aparte ICT-organisatie met een eigen bestuurlijke opdracht.
De ‘stip op de horizon’ toont de gewenste inrichting die we als maatschappij en politiek bestuurlijk willen nastreven. Korte termijn modernisering moet passen op die toekomstige stip. Hier profiteert de huidige ICT-fabriek dan weer van, want zij heeft nu een toekomstbeeld voor modernisering én inzicht wanneer nieuwe fabrieken zinvol worden. Net als bij stadsvernieuwing kan dan politiek besloten worden welke oude fabriek wanneer definitief door een nieuwe moet zijn vervangen. Gebaseerd op moderne architectuur, modern digitaal internet en passend hoe we als maatschappij in die toekomst op digitale wijze samen met de overheid ons land vormgeven.
De leiding
Het inrichten van techniek – dus ook informatietechniek – kan niet met polderen worden gerealiseerd, maar moet op een disciplinaire wijze planmatig worden uitgevoerd. Dat zijn ook de bestuurlijke eisen die de politiek aan de drie organisaties moet meegeven. Het zijn uitvoeringsorganisaties die als een Rijkswaterstaat de verantwoordelijkheid krijgen voor de informatie-infrastructuur en -huishouding van ons land.
Een soort ‘Rijksinformatiestaat’ die bestuurlijk uit drie afzonderlijke onderdelen bestaat: het operationele heden, het geborgde en opgeruimde verleden en de potentiële, haalbare toekomst. Een mooie opdracht bij de komende kabinetsformatie. Als informatie-onderlegde burger zou een politieke partij die dit soort toekomstplannen serieus presenteert, mij tot hun stem verleiden . . .
De uitvoering
Hoe we politiek deze verantwoordelijkheid inrichten, laat ik in het midden. Maar het mag beslist geen politieke en polder-achtige verantwoordelijk worden. Ook onze EU-wetgeving staat dat niet toe. Geen geite-paadjes meer omdat we in Nederland dat in het verleden nu eenmaal anders deden. Daarvoor zitten we niet in Europa.
We moeten als architectuur en infrastructuur 100% passen op de toekomst van Europa. Zonder dat, zullen we nooit als land digitaal kunnen integreren, gezamenlijk werken, wonen en communiceren. Klinkt wellicht een beetje als een nuchter ingenieurs en architecten bureau die onderhoudt waar we staan, opruimt wat weg kan of moet én een actueel toekomstbeeld onderhoudt wat in de verre toekomst wenselijk of juist onwenselijk is. Zo deden we dat natuurlijk vroeger ook al: polderend een toekomstbeeld bepalen dat uiteindelijk nuchtere ingenieurs bouwden en onderhielden . . .