Innoveren kun je leren

English versionL scroll down

Veertig jaar bedrijf, kennis en innovatie

In 1985, nu veertig jaar geleden, verscheen mijn boek Bedrijf, kennis en innovatie bij STT, een onderzoeksorganisatie waar ik als projectleider werkte. Het boek is allang uitverkocht, maar de pdf circuleert gelukkig nog steeds. Wanneer ik het nu teruglees, verbaast het me hoe weinig de kern van innovatie is veranderd. De technologie is anders, de wereld lijkt sneller geworden, maar de mechanismen die mensen, kennis en ideeën in beweging zetten, zijn vrijwel dezelfde gebleven.

Het was een andere tijd. Geen internet. Geen Google. Geen Wikipedia. Geen mobiele telefoon. Ik werkte met floppies op een Wang-wordprocessor en reisde met het openbaar vervoer het hele land door om stuurgroepleden en werkgroepen persoonlijk te spreken. Er ontstond uiteindelijk ruim een stapel van een meter papier aan input die werd teruggebracht tot een centimeter publicatie. Alles gebeurde via papier, fysieke bijeenkomsten, gesprekken, dialoog en kennisdeling. Precies de elementen waarvan ik later leerde dat ze het verschil maken tussen een organisatie waar innovatie toevallig gebeurt en een organisatie waar innovatie kán gebeuren. Fysieke samenwerking.

Innovatie is geen toverkunst

Die les heeft mij mijn hele verdere carrière nooit meer losgelaten. Innovatie is geen toverkunst en het is al helemaal geen spreadsheetproces. Innovatie is iets dat je overkomt, maar alleen als je er klaar voor bent. Alleen als je het herkent. Alleen als je begrijpt wat er gebeurt wanneer een pril idee zich aandient en hoe je dat moet behandelen.

In die tijd kwam ik vaak bij het Philips NatLab en zag ik wat er gebeurt als innovatie het hoofdproces van een organisatie is. De energie, de nieuwsgierigheid, de ruimte om te proberen en vreemde verschijnselen herkennen. Het is geen toeval dat Eindhoven nog steeds een broedplaats is van vernieuwing, ook mede dankzij het CFT, het Centrum voor Fabricage Techniek waar innovatie uiteindelijk ‘maakbaar’ werd gemaakt. Net zo essentieel als de innovatie zelf. 

Volgende week sta ik opnieuw midden in die wereld. Digicorp Labs, de start-up waar Jozua van der Deijl mij in 2021 vroeg mee te bouwen aan een nieuwe generatie enterprise-oplossingen voor een wereld waarin de digitale en fysieke lagen steeds meer in elkaar grijpen, is genomineerd voor de Nederlandse Innovatie Award 2025. Dat voelt bijna symbolisch. Veertig jaar later opnieuw – of nog steeds – midden tussen de vernieuwers. Innovatie stopt nooit. Zeker niet wanneer je het herkent en weet hoe je een klein, innovatief zaadje kunt helpen groeien.

Hier gaat deze blog over. Over het zaadje. Over het team. Over leiderschap. En over de kunst om van toeval, serieuze volwassen meerwaarde te maken.

Innovatie overkomt je

Innovatie laat zich niet vangen in KPI’s of roadmaps. Je kunt er ruimte voor maken, maar het moment zelf blijft onverwacht. Opeens zie je iets wat anderen nog niet zagen. Stelt iemand een intrigerende vraag. Ontstaat een klein zaadje dat nergens om vraagt behalve om aandacht. Dat moment voelt toevallig, maar is meestal het resultaat van nieuwsgierigheid, ervaring en een open houding. Innovatie begint met herkennen. Innovatie is die voortdurende vraag: wat gebeurt er, hoe, waarom?

Een idee is fragiel. Er zijn veel manieren waarop het vroegtijdig sterft. Te weinig aandacht, geen middelen, een ongunstige politieke wind, verkeerde timing of gewone verwaarlozing. De meeste ideeën verdwijnen precies daardoor. Niet uit onwil, maar omdat niemand water geeft. Het ontkiemen van een innovatie vraagt bescherming, ruimte en iemand die het koestert en er verantwoordelijkheid voor neemt.

De kracht van een complementair team

Zodra een idee ontkiemt, heeft het meer nodig dan één slim brein. Innovatie vraagt meerdere disciplines die samen het geheel dragen. Het houdt niet van eenheidsworst. Het vraagt puzzelstukjes die elkaar aanvullen. Dat betekent dat je als leider vooral moet weten wat je niet weet. En wat aan je team ontbreekt. De beste leiders weten precies waar hun grens ligt en wie zij moeten toevoegen om verder te komen. Een mentor, een coach, een vertrouweling als spiegel om te reflecteren. 

Samenwerken aan innovatie vraagt respect voor grenzen en voor vakmanschap. In een vliegtuigfabriek kan een aerodynamisch briljant idee ontstaan, maar als de sterkte-ingenieur zegt dat het fysiek niet kan, dan stopt het daar. Niet uit starheid, maar uit realisme. In innovatie mag iedereen iets, maar niemand mag alles. Ieders rol en ieders oordeel tellen. De teamcultuur waarin dat wordt gerespecteerd, is een vorm van leiderschap op zichzelf. Eerlijke openheid is de basis: wat is goed, wat kan beter en wat is gewoon niet haalbaar.

De omgeving waarin informatie vrij stroomt

Innovatie ontstaat wanneer mensen elkaar ontmoeten, ideeën uitwisselen en intuïties toetsen. De kans dat dat spontaan gebeurt, daalt sterk wanneer mensen ver van elkaar werken. In een tijd van remote werken is dat een serieuze uitdaging. Digitale communicatie is efficiënt, maar het mist de toevalligheid en energie van een echte ontmoeting. Elkaar in de ogen kijken. Twijfel herkennen. Enthousiasme voelen. Innovatie vraagt bijna om intiem contact. Samen rond een whiteboard staan, schetsen, begrijpen wat de ander bedoelt, elkaars waarde zien en daar meerwaarde van maken.

Jarenlang leidde ik teams verspreid over heel Europa. Ik bezocht iedereen persoonlijk, elke maand. Niet om te controleren, maar om werkelijk te luisteren. Fysiek aanwezig te zijn. Samen eten, praten, werken. Daarnaast zorgde ik voor momenten waarop iedereen elkaar als groep ontmoette. Dat creëerde vertrouwen, scherpte en verbondenheid. Het maakte digitale samenwerking daarna veel eenvoudiger. Innovatie heeft die menselijke nabijheid nodig, al is het maar af en toe. 

Begrip van de hele organisatie

Innovatie vraagt dat mensen hun eigen werk zien in de context van het geheel. Tijdens mijn fabrieksjaren organiseerde ik daarom vaak ‘interne’ excursies. Mensen zagen hoe collega’s in andere afdelingen of fabrieken werkten, welke machines draaiden en hoe productielijnen liepen. Kantoorcollega’s gingen mee naar het datacenter om te zien waar hun digitale infrastructuur fysiek stond. Waar de servers en opslag stonden waarop zij dagelijks vertrouwden. Dat soort inzicht is essentieel als je wilt innoveren. Innovatie ontstaat vaak precies op het snijvlak tussen weten hoe het werkt en zien wat er beter kan. En weten met wie je kunt sparren. 

Kennisopbouw als strategische waarde

Naarmate een idee groeit, groeit de kennis die het oplevert. Die kennis vertegenwoordigt waarde. Soms bescherm je die waarde met patenten. Soms publiceer je juist om te voorkomen dat een ander jouw idee claimt. Soms houd je kennis bewust geheim omdat dat strategisch sterker is. Innovatie vraagt niet alleen creativiteit, maar ook gevoel voor bescherming, eigenaarschap en timing. Innovatie is een vak apart. Vaak weet je niet wanneer iets gebeurt, maar je weet dat het komt en dat je dan moet handelen.

Innovatie als georganiseerde teamsport

Een goed team garandeert geen succes, maar zonder goed team komt het er niet. Innovatie lijkt op sport. Je bereidt je voor, bouwt aan de condities, traint discipline en respect, creëert een cultuur waarin mensen elkaars kwaliteiten benutten en waarin informatie vrij beweegt. Als dat staat, kun je reageren op kansen die zich onverwacht aandienen.

Innovatie groeit alleen wanneer een organisatie er klaar voor is. Wanneer er mensen zijn die het zaadje herkennen, wanneer er teams zijn die het kunnen dragen en wanneer leiders de omgeving creëren waarin groei vanzelf lijkt te gaan. Dan komt het moment waarop je de vruchten plukt. In betere processen, betere producten, patenten, nieuwe inzichten of een sterker marktbeeld. Uiteindelijk blijft de kern hetzelfde: innovatie overkomt je, maar alleen als je de omgeving hebt ingericht om het te herkennen, te voeden en te beschermen.

Genomineerd voor de Nederlandse Innovatie Award 2025

Op maandag 24 november horen we of we als genomineerden inderdaad een prijs krijgen. In gezelschap van negentien anderen die net als wij prachtige innovaties het leven hebben gegeven. Ook grotere bedrijven dan wij nu als start-up nog zijn, maar net zo trots dat ze genomineerd zijn. Dat kan niemand ons meer afnemen. Het is voor ons de erkenning voor de vier jaar werken, waarin onze visie overeind bleef, terwijl route en omstandigheden voortdurend veranderden. Ook dat is innovatie. De onvoorspelbaarheid van waar je uitkomt. En de wetenschap dat het uiteindelijk niet uitmaakt, zolang de droom maar werkelijkheid wordt. En daar samen van kunt genieten. 

Photo: omslag STT-publicatie Bedrijf, Kennis en Innovatie, 1985. 

—————————  Translated by ChatGPT  ————————

Learning to Innovate

Forty years of business, knowledge and innovation

In 1985, forty years ago now, my book Business, Knowledge and Innovation was published by STT, where I had worked as a project leader in the years before. The book has long been sold out, but the PDF is fortunately still circulating. When I read it again today, I am struck by how little the core of innovation has changed. The technology is different, the world has become faster, but the mechanisms that set people, knowledge and ideas in motion have remained virtually the same.

It was a different time. No internet. No Google. No Wikipedia. No mobile phone. I worked on a Wang word processor and travelled across the country by public transport to speak with steering committee members and working groups in person. In the end, more than a metre of paper was reduced to a one-centimetre publication. Everything happened through physical meetings, conversations, dialogue and knowledge sharing. Exactly the elements that I later learned distinguish an organisation where innovation happens by accident from an organisation where innovation can actually take place.

Innovation is not magic

This insight has stayed with me throughout my entire career. Innovation is not magic, and it is certainly not a spreadsheet process. Innovation is something that happens to you, but only if you are prepared. Only if you recognise it. Only if you understand what is happening when a small, early idea presents itself and how to treat it.

At that time, I often visited the Philips NatLab and saw what happens when innovation is the core process of an organisation. The energy, the curiosity, the freedom to experiment. It is no coincidence that Eindhoven is still a breeding ground for renewal, supported by the Centre for Manufacturing Technology, where ideas could actually be made manufacturable.

Next week I will once again be right in the middle of that world. Digicorp Labs, the start-up where Jozua van der Deijl asked me to help build a new generation of enterprise solutions for a world where the digital and physical layers increasingly merge, has been nominated for the Dutch Innovation Award 2025. It feels almost symbolic. Forty years later, once again nationally among the innovators. Innovation never stops. Certainly not when you recognise it and know how to help an innovation seed grow.

This blog is about that. About the seed. About the team. About leadership. And about the art of turning chance into mature value.

Innovation happens to you

Innovation does not fit neatly into KPIs or roadmaps. You can create space for it, but the moment itself is always unexpected. Suddenly you see something others have not yet seen. A small seed that asks for nothing but attention. It feels like coincidence, but it usually comes from a long stretch of curiosity, experience and openness. Innovation starts with recognising. Innovation is that persistent question: why?

An idea is fragile. There are many ways it can die early. Too little attention, lack of resources, the wrong political wind, bad timing or simple neglect. Most ideas disappear for exactly that reason. Not out of ill will, but because no one waters them. Nurturing an innovation requires protection, space and someone willing to take responsibility.

The power of a complementary team

Once an idea sprouts, it needs more than one bright mind. Innovation requires multiple disciplines that can carry the whole together. It does not thrive on uniformity. It needs puzzle pieces that complement each other. That means a leader must first know what they do not know. The best leaders know exactly where their limits lie and who they need to add to move forward.

Working together on innovation demands respect for boundaries and expertise. In an aircraft factory, an aerodynamically brilliant idea can emerge, but if the structural engineer says it cannot work physically, then that is the end of it. Not due to stubbornness, but due to realism. In innovation everyone may contribute something, but no one may claim everything. Every role and every judgment matters. The team culture that respects this is a form of leadership in itself. Honest openness is essential: what works, what can be improved and what simply is not feasible.

The environment where information flows freely

Innovation arises when people meet, exchange ideas and test their intuitions. The chance that this happens spontaneously decreases rapidly when people work far apart. In a time of remote work this is a real challenge. Digital communication is efficient, but it lacks the spontaneity and energy of a real physical encounter. Innovation needs that unpredictable interaction. It almost requires intimate collaboration: standing together at a whiteboard, sketching, understanding each other’s intentions and seeing each other’s contribution.

For many years I led teams spread across Europe. I visited everyone in person each month. Not to control them, but to really listen. To be physically present. To eat together, talk together, work together. I also created moments when everyone met as a group. This built trust, sharpness and connection. It made digital collaboration much more natural afterwards. Innovation needs that human proximity, even if only occasionally.

Understanding the whole organisation

Innovation requires people to see their own work in the context of the whole. During my years in factories I organised internal excursions. People saw how colleagues worked in other departments or sites, which machines were used and how production lines ran. Office colleagues visited the data centre where their digital infrastructure physically existed. Where the servers and storage systems stood that they relied on every day. That kind of insight is essential if you want to innovate. Much innovation begins precisely at the point where knowledge of how things work meets the ability to see what can be improved.

Knowledge as strategic value

As an idea grows, the knowledge it generates grows as well. That knowledge represents value. Sometimes you protect it with patents. Sometimes you publish early to prevent others from claiming the idea. Sometimes you keep knowledge intentionally secret because that is strategically stronger. Innovation requires not only creativity, but also a feel for protection, ownership and timing. Innovation is a profession of its own. You rarely know when something will happen, but you know it will happen and you must be ready to act.

Innovation as an organised team sport

A strong team does not guarantee success, but without one success is impossible. Innovation resembles sport. You prepare, build conditions, train discipline and respect, create a culture where people use each other’s strengths and where information flows freely. Once that is in place, you can respond to opportunities that arise unexpectedly.

Innovation only grows when an organisation is ready for it. When there are people who recognise the seed, teams that can carry it and leaders who create the environment where growth becomes natural. Then comes the moment when you can harvest. In better processes, better products, new insights or a stronger market position. Ultimately the core remains the same: innovation happens to you, but only if you have created the environment to recognise it, nurture it and protect it.

Nominated for the Dutch Innovation Award 2025

On Monday 24 November we will find out whether we, as nominees, will indeed receive an award. Among nineteen others who, like us, have brought beautiful innovations to life. Larger companies than we are as a start-up, but no one can take away the pride of being nominated. It is recognition for four intense years in which our vision remained intact, while the route forward kept shifting. That too is innovation. The unpredictability of where you eventually end up. And the understanding that it does not matter, as long as the dream becomes reality.