Everything as a Service
Toen ik zeventien jaar geleden vanuit eerst de industrie en later de applicatiewereld bij EMC2 de wereld van IT-infrastructuren betrad, was dat een hardware wereld van in netwerken gekoppelde componenten. Servers met gerichte operating systemen voor database, web of applicatie services. Speciale fileservers en dataservers. Elk apparaat was bij toelevering ingericht voor een specifieke functie en zou dat zijn leven lang doen. Een server, een switch, een storage box of een database. Bij EMC2 hadden we indertijd twee producten, de Symmetrix en de Clariion. Een grote box voor grote omgevingen en een kleine box voor kleine omgevingen. Had de klant een grote opslaguitdaging dan boden we de Symmetrix aan, bij kleinere opslaguitdagingen was de Clariion voldoende. Hoewel het complexe techniek was, toch een relatief simpele markt waarbij de aanschaf ging via koop, lease, licentie of huur, zoals overal in netwerk, server en database-wereld.
Infrastructuur als een Service
Met de introductie van internet, standaardisatie van het internet-protocol, virtualisatie en groeiende netwerkmogelijkheden ontstond langzaam een nieuwe wereld waar datadiensten flexibeler konden worden geleverd. Grote platformen waar standaard informatiediensten als email en zoekfuncties werden aangeboden. Amazon die zijn vrije capaciteit op zijn boekwinkel-platformen ging aanbieden buiten de drukke Halloween en kerstmis-periode als hun infrastructuur niet op piekcapaciteit draaide. Toen voornamelijk interessant voor tijdelijk gebruik voor testen en ontwikkeling. Maar de cloud was geboren en vanaf 2008 werd infrastructuur als een service écht mogelijk: het afnemen van informatiediensten van centrale platformen die als een publieke dienst beschikbaar werden gesteld. De initiële vraag was ontstaan.
Het was zo’n succes dat Amazon naast zijn boeken-platform al snel specifieke platformen ging bouwen om ook het hele jaar basis-infrastructuur als een dienst te kunnen aanbieden. Het succes van Amazon Web Services was geboren. De cloud werd een begrip dat snel volgers kende en een miljarden markt bleek te zijn. De flexibiliteit die deze platformen boden, dwong lokale infrastructuur leveranciers flexibeler hardware te leveren. Servers die niet meer specifiek voor één enkele functie waren ingericht maar ‘virtueel’ en ‘stateless’ waren. Ze konden het ene moment een database server zijn en het andere moment weer een web- of applicatieserver. De opkomst van software defined computing. Software bepaalt op basis van beschikbare data de betreffende gewenste dienst. Mijn eerste blogs in 2010 gingen al over deze ontwikkeling ‘Cloud computing: de motor van de 21steeeuw’.
Bezit versus gebruik
De cloud past in een maatschappelijke ontwikkeling dat mensen steeds vaker ‘iets’ liever als een dienst willen afnemen dan zelf eigenaar te moeten zijn van een product dat die dienst kan leveren. Van bezit naar gebruik. Dat gaat soms zover dat je geen lamp meer koopt maar licht. Zoveel lumen voor zoveel tijd voor zoveel geld. Geen wasmachine meer maar betalen per wasbeurt. Geen auto meer maar gebruik van persoonlijk vervoer wanneer je het nodig hebt. Geen onderhoud meer hoeven uitvoeren en automatische reparatie of vervanging bij defecten. Het is een wijze van ontzorgen, waar hele nieuwe verdienmodellen ontstaan.
Er is een oudhollands spreekwoord: ‘Bezit van de saeck is ’t eind van het vermaeck.’ Dat betekent dat iets wat men graag wil hebben, nadat je het hebt verkregen snel gewoon wordt en je erop uitgekeken raakt. Na het verkrijgen ontstaat een product life cycle van verplichtingen zoals afschrijven, onderhoud, reparatie en vervanging. Bij koop is dat de verantwoordelijkheid van de koper, bij gebruik dat van de leverancier. Een ander businessmodel ook. Dat het voor de leverancier noodzakelijk maakt zijn product goed te beschrijven, het gebruik goed te monitoren, te blijven investeren in onderhoud, de afschrijvingen in de gaten te houden en geïnteresseerd blijven in lange termijn innovatie en rendement in plaats van korte termijn succes. Zeker bij gebruiksgoederen die decennia mee kunnen gaan, is dat de kern van financieel rendement.
Bevolkingsgroei versus woningvoorraad
Begin vorige eeuw waren de meeste woningen in bezit van particuliere beleggers. Daarnaast stimuleerde en investeerde de overheid in wooncorporaties om voor iedereen de basisbehoefte wonen mogelijk te maken. In 2018 waren in Nederland 7.7 miljoen woningen beschikbaar voor 17,2 miljoen mensen, ongeveer 2,2 inwoner per woning. Hiervan was 56,6% een koopwoning en de overige huur, waarvan ongeveer twee derde in bezit van woningcorporaties. Maar terwijl de bevolking de afgelopen 6 jaar ruim 10% groeide, kwam er slechts 5% aan woningen bij. Waarvan twee derde in de koopsector, een derde in de huursector en ‘nul’ in de corporaties. De komende jaren blijft de woonbehoefte zeker twee keer zo groot als de (maximale) woninggroei.
We staan voor een enorme energietransitie waar de uitdaging vooral is bestaande woningen energiezuiniger te maken. Daarnaast hebben 4 miljoen ouderen steeds meer zorg nodig, terwijl het aantal ziekenhuis- en zorgbedden afneemt. De zorgbehoefte in bestaande woningen zal daarom enorm toenemen. Tenslotte is er de laatste jaren strengere (Europese) wetgeving gekomen over de kwaliteit van bouwen, beschikbaarheid van digitale dossiers, verplichte regelmatige veiligheidskeuringen (APK), standaard basisrapportages (SBR) en lifecycle support van de woning. Begin van deze digitale eeuw hebben we een enorme uitdaging om onze woningen (vaak niet meer dan een op papier gedefinieerde stapel stenen) inclusief de bouwsector (die niet lange termijn gericht maar korte termijn projectmatig werkt) aan de digitale tijd aan te passen. Inclusief de komst van domotica voor en achter de voordeur; zie mijn eerdere blog hierover.
Wonen-als-een-Service™
Er is voor wonen een ontwikkeling gaande van bezit naar gebruik. Ontzorgd worden door meer functies als dienst in en rond de woning af te nemen. De wasmachine niet in bezit maar per wasbeurt betalen. Energievoorziening als een dienst in plaats van eigen verwarming en koeling. Een zorgplek op bestelling als dat nodig is. Het handelingsperspectief van bewoners garanderen door passende dienstverlening. Het onderhoud van de woning als een dienst afnemen. Kortom: Wonen-als-een-Service™ net zoals we energie en informatie tegenwoordig als nutsvoorziening afnemen. Dat vraagt beschikbaarheid van open data en een enorme digitale transformatie . . .
Voor mij is deze ontwikkeling in de bouw een déja-vu, die ik in de jaren tachtig bij de vliegtuigbouw meemaakte en begin deze eeuw in de informatie-infrastructuurwereld. En ik de komende jaren in de woonwereld wil (helpen) initiëren. Deze week neem ik in verband met mijn ‘verplichte’ pensionering na 17,5 jaar afscheid bij DellEMC. Met mooie herinneringen en ervaringen; prachtige collega’s, klanten en partners. Dell Technologies: een fantastisch bedrijf.
In september start ik als directeur bij Fortierra om samen met vriend en oprichter Fred Baptist zijn innovatieve open data bedrijf te ontwikkelen tot een ‘essentiële data-dienstverlener’ in de wereld van Wonen-als-een-Service™. Met digitaal ontwerpen, ondersteund door integrale systems engineering, gebaseerd op Europese standaarden en datamodellen, informatie lifecycle management, open data, digitale transformaties en nieuwe ‘intelligence’. Zaken waar ik afgelopen jaren al veel over schreef.
Tot ziens DellEMC . . . Nederland is klein genoeg om velen van jullie nog vaak tegen het lijf te lopen 🙂
Photo by Moritz Kindler on Unsplash