Digitale metamorfose

Een metamorfose is een gedaanteverwisseling. Volgens het woordenboek is het een verandering van vorm, structuur, karakter, verschijning of omstandigheid. Daar is vaak een transformatie aan vooraf gegaan. Transformatie komt deels uit de wiskunde en betekent het overgaan van de ene vorm in een andere. We kennen in dat kader Fouriertransformaties of Laplacetransformaties, vaak het omvormen van een bestaand wiskundig vraagstuk dat niet oplosbaar is in een vergelijkbaar vraagstuk in een imaginaire omgeving waar het wel oplosbaar is. Deze vorm van transformeren, is de reden dat we ook spreken over digitale transformaties.

Internet van mensen en dingen
We hebben namelijk veel business vraagstukken die op de bekende analoge wijze van handelen niet (meer) oplosbaar zijn. De klant wil bijvoorbeeld realtime communicatie en zonder moderne techniek is dat eigenlijk niet haalbaar. Realtime contact is behalve een (telefoon-)gesprek eigenlijk alleen met internet mogelijk en vraagt digitale boodschappen. Om dat te kunnen, moet idealiter iedere stap in het proces digitaal worden uitgevoerd. Digitaal wil niet zeggen dat de mens, machine of andere fysieke activiteit uit het proces is verdwenen. Digitaal is de enabler, het platform waar uiteindelijk álle informatie digitaal wordt aangeboden en verwerkt.

Juist dat digitaliseren van de héle keten maakt het moeilijk. Waar moet je beginnen en wanneer is het af? Daarnaast vraagt ‘digitaal’ denken een andere manier van denken. Net zoals in de wiskunde transformeer je van een bestaande manier van denken en oplossen naar een andere manier van denken en oplossen. Vaak van de fysieke wereld naar een virtuele wereld waar het ‘oplossen’ van het vraagstuk in de tweede vorm opeens heel makkelijk gaat. En dat is digitaal natuurlijk ook: een virtuele wereld waar we veel zaken ‘makkelijker en sneller’ kunnen oplossen en regelen dan in de analoge fysieke wereld. En aan het einde transformeer je de virtuele uitkomst weer naar de fysieke wereld aan de randen van het ‘internet van mensen en dingen’.

Digitale tweeling
Dus digitale transformatie is het realiseren van een gedaanteverwisseling van de huidige wijze van werken naar een plaats waar we de business processen en uitdagingen virtueel oplossen. En daar hebben we digitale techniek voor nodig. Digitaal werkende applicaties, systemen, platformen, netwerken en interfaces. De buitenkant verandert soms weinig, maar zodra je door de schil heen gaat is het proces virtueel geworden. Men zegt wel eens dat we een virtuele ‘tweeling’ bouwen van de fysieke wereld: ‘the fysical thing and its digital twin’.

We bouwden eind van de vorige eeuw al prachtige virtuele werelden. Met computers konden we digitaal de mooiste vormen en producten in een virtuele wereld creëren. Niet alleen met krachtige CAD-systemen maar ook in werelden van gaming of Second Life waar we hele virtuele steden en werelden bouwden, bevolkt met avatars. De grote innovatie die nu plaatsvindt, is dat we realtime die virtuele wereld kunnen koppelen met de fysieke wereld. Het internet der dingen maakt het mogelijk realtime de fysieke wereld terug te koppelen naar de digitale virtuele wereld. En met augmented reality (AR) kunnen we die virtuele wereld weer realtime laten terugkomen naar de mens in die ‘beperkte’ fysieke wereld. Dit kon nog nooit eerder!

Herscheppen
We scheppen een tweede wereld die in alles – ook in tijd – gelijk is aan de business in de fysieke wereld. Dat is de metamorfose waar ik het in de eerste alinea over had. We maken er dus een tweede virtuele wereld bij die noodzakelijkerwijs voor de computers digitaal moet zijn. Terwijl wij als mens ‘gewoon’ in de fysieke wereld ons ding blijven doen. Onze wegenkaart is digitaal geworden maar vervult nog steeds de historische functie: de weg vinden. Onze brieven zijn digitaal geworden maar vervullen nog steeds dezelfde functie: content overdragen. Onze bestelorders zijn digitaal geworden maar vervullen nog steeds dezelfde functie: we willen iets hebben. Zo kan ik doorgaan. We scheppen naast onze fysieke wereld er een parallelle realtime virtuele wereld bij waar we zaken makkelijker en sneller kunnen oplossen.

Die virtuele wereld vraagt echter nieuwe vaardigheden. Die virtuele wereld heeft nieuwe mogelijkheden die je wel moet kennen en begrijpen, anders loop je als een blinde avatar in die virtuele wereld rond. Dat is de uitdaging. Virtueel denken, digitale mogelijkheden begrijpen, een virtuele wereld doorgronden en de digi ‘taal’ begrijpen, vraagt opleiding, oefening, ervaring en vakmanschap. Dat is de grootste uitdaging voor iedereen die nog niet helemaal thuis is in die virtuele tweede wereld. Niet alleen onze kinderen moeten deze tweede wereld op school leren, maar ook de rest van de bevolking die daar niet in is opgevoed en opgegroeid.

Vragen stellen
Leren begint met vragen stellen. Kijken en nadoen. Vallen en opstaan. Proberen en verbeteren. Dat is uiteindelijk de beste manier om als mens en organisatie echt digitaal te worden. Om een volledig virtueel evenbeeld van de organisatie en de processen te kunnen bouwen dat is gebaseerd op een volledige digitale werkwijze. Dat maakt het soms makkelijker maar soms ook lastiger. Een digitale kopie maken en versturen is eenvoudig, maar zorgen dat je maar één digitaal masterdocument hebt, is lastig. Voor je het weet zijn er van een origineel twee of meer digitale ‘waarheden’; welke versie is de juiste, waar staat die en wie is de eigenaar?

In de digitale wereld moet administratie in digitale vorm plaatsvinden. Ook de ‘rechtelijke’ status van data en informatie vraagt een digitale juridische invulling die een net iets andere aanpak vraagt van hoe we het altijd in de fysieke wereld doen. Datzelfde geldt voor het invullen en toepassen van intelligentie met digitale analysetechnieken. En dat maakt het zo lastig. Soms lijkt het erop, maar soms is het ook nét anders. Net als Nederlands en Duits; in eerste instantie goed te begrijpen, maar in de details zit het venijn. Dan moet het net iets anders zijn om goed te zijn. Denk aan het verwarrende ‘mögen’ (lusten, houden van), ‘dürfen’ (mogen, recht hebben) en ‘wagen’ (durven).

Digi-taal
In een eerdere blog ‘Het is tijd dat we data gaan zien als taal’ haalde ik een artikel van Frank Buytendijk van Gartner aan, die als belangrijk initiatief het creëren van taal-alfabetisme noemde. Dat we als mens naast de gewone taal – het alfabet – ook data leren lezen; het digibet van de digi-taal dus. We moeten begrijpen dat data en informatie de bouwstenen zijn voor de virtuele wereld. Die virtuele tweeling-wereld waar we processen uitvoeren die in de fysieke wereld lastiger, duurder, vervelender en soms zelfs onmogelijk zijn.

En net als je geen neerlandicus hoeft te zijn om Nederlands te spreken, lezen en schrijven, hoef je geen informaticus te zijn om digitale informatie te spreken, te lezen en te schrijven. Met een beperkte set van basis idioom, grammatica en semantiek kan men al prima begrijpbare ‘informatie-boodschappen’ formuleren en communiceren. Hoe makkelijker we als mens data als boodschap kunnen synthetiseren en begrijpen, des te makkelijker wordt de digitale transformatie. Net als een kind gewoon vragen, nadoen, proberen en oefenen. Des te eerder kan men genieten en profiteren van de digitale metamorfose die men zijn organisatie wil laten ondergaan.