Crypto of banken: wie is energiezuiniger?
Het hoge energieverbruik bij cryptovaluta mijnen, mag bekend zijn. Want elke grondstof die je mijnt, vraagt de inzet van energie. Of het nu fysiek goud, zilver, koper of mangaan is of een virtuele Bitcoin, Ethereum of Digibyte. Een fysieke grondstof krijgt zijn waarde als het uit de mijn wordt gehaald, wordt geschoond en als hoogwaardige grondstof beschikbaar komt. Een digitale grondstof krijgt zijn waarde als op een blockchain bewezen een nieuw blok decentraal is doorgerekend, geldig is verklaard en als gekoppeld blok beschikbaar komt. Uit die beschikbare grondstof kun je vervolgens munten slaan of het gebruiken als token, een waardebewijs.
Giraal is digitaal
Zowel de girale als de chartale vorm van geld leunt tegenwoordig ook op digitale activiteiten. Om geld uit een pinautomaat te krijgen of een creditcard transactie te verwerken, worden heel wat digitale processen uitgevoerd. Elk proces en elke netwerkactiviteit kost op zijn beurt ook energie. Omdat we met elkaar minder energie willen gebruiken, is het zinvol eens te kijken wat het ‘oude’ bancaire systeem ons aan energie kost in vergelijking van cryptovaluta. Het energieverbruik van Bitcoin moet je dan wel vergelijken met alle energie-aspecten van het klassieke monetaire systeem. Denk aan de productie van bankbiljetten, de pinautomaten, zowel voor het publiek als bij de private winkeliers, kaartbetalingen, Point of Sale betalingen en tenslotte het bancair en interbancair energieverbruik van datacenters.
Onze banken hebben geen kleine datacenters. Integendeel, zij zijn een van de grotere klanten in de IT-wereld. Hun datacenters gebruiken enorme hoeveelheden energie. Tel daar nog eens alle fysieke bankkantoren en medewerkers bij op en de bancaire industrie is een redelijk energie-intensieve bedrijfstak. Daarnaast moet ook de productie en opslag van goud worden meegeteld. Volgens een studie uit 2022 is het berekende energieverbruik van de bancaire sector wereldwijd ongeveer 5000 TWh. Vergeleken met de 89TWh van Bitcoin is dat dus 50 keer meer. Nu is bitcoin natuurlijk veel kleiner dan alle bancaire betalingen samen. Maar deze getallen geven aan dat een bankbetaling en een crypto-betaling qua energieverbruik geen ordes in grootte verschillen. Integendeel . . .
Energie, informatie en afhandeling komen samen
Een blog van het IMF stelt dat crypto-betalingen, zeker als ze in de toekomst energiezuiniger worden, wel eens dé oplossing voor vergroening van de bancaire sector zou kunnen zijn. Monetaire autoriteiten hebben met die innovatie een unieke kans hun energie-efficiëntie te verbeteren. Beleidsmakers moeten de energiebehoefte afwegen tegen andere voordelen en risico’s wanneer ze CBDC’s ontwerpen of rekening houden met de regelgeving voor crypto.
De nieuwe trend in de informatiewereld kenmerkt zich door decentralisatie. Ook in de energiewereld vraagt een groeiend aantal prosumers om decentrale, grid-gebaseerde infrastructuren. Informatie en energie zijn de basis van economie en welvaart en deze samenhangende decentralisatie versterkt elkaar en brengt ze zelfs deels samen. Decentrale informatie- en energiearchitecturen verlangen open en decentraal datamanagement. Blockchain wordt steeds vaker als dé oplossing om die decentralisatie vanuit ‘een centrale visie’ – en dus architectuur – te kunnen ontwerpen en realiseren. Samen met NTF’s voor asset beheer, smart contracts als intern algoritme en crypto-activa als ‘nuts-betaalmiddel’ voor de kosten van het interne en lokale netwerk, compute- en energie-verbruik.
Vergelijking
Digitale valuta’s vertrouwen via blockchain op gedistribueerde grootboeken om transacties te valideren en vast te leggen. Hoeveel energie ze gebruiken, hangt af van twee belangrijke factoren. Ten eerste hoe netwerkdeelnemers het ‘eens’ worden over transactie-geschiedenissen. Crypto-activa zoals Bitcoin gebruiken een proof-of-work (PoW) consensus mechanisme dat aanzienlijke rekenkracht en energie nodig heeft om het recht te verkrijgen om het transactiespoor bij te werken. Andere crypto-typen gebruiken andere benaderingen voor hun grootboek-updates die (veel) minder rekenkracht vereisen.
De tweede factor is hoe de toegang tot de gedistribueerde grootboek-systemen is geregeld. Publieke blockchains zijn meestal permissionless, waardoor iedereen kan deelnemen en transacties kan valideren. Permissioned blockchains vereisen toestemming van een centrale autoriteit, hetgeen meer controle biedt over aspecten van energieverbruik, zoals aantal netwerkdeelnemers, geografische locatie en software-updates.
Uitkomsten
De IMF-studie naar het energie verbruik van digitale valuta’s is gebaseerd op academische en industriële schattingen voor diverse verwerkingstechnieken. Het onderzoek toont aan dat proof-of-work crypto veel meer energie verbruikt dan creditcards. Het vervangen van proof-of-work door andere consensus-mechanismen is een eerste groene stap voor crypto, en het gebruik van toestemming-systemen is een tweede. Samen zorgen deze ontwikkelingen ervoor dat het energieverbruik van crypto ver onder dat van creditcards ligt. Crypto en CBDC’s kunnen dus energiezuiniger zijn dan bestaande betaalsystemen.
Crypto is meer eco dan banken of goud mijnen.
Als we dus goudmijnen of bancaire betalingen energietechisch vergelijken met de nieuwe crypto valuta, dan kan crypto wel eens veel meer ‘eco’ blijken. In deze blog werd dit uitgebreid nader onderzocht en uitgewerkt. In een elektrificerende wereld valt het energieverbruik van cryptovaluta dus best mee. Het is zelfs meer eco dan het banksysteem en de goud-mijnindustrie. Mede omdat het mijnen van goud een enorme hoeveelheid CO2 vrijkomt. Terwijl crypto in toenemende mate werkt met groene stroom. Overmaat aan wind- of zonne-energie die niet direct bruikbaar is, kan op goedkope en groene wijze worden gebruikt om nieuwe valuta te mijnen. Zo bekeken is crypto dus een soort monetaire energie-opslag 🙂
Photo by American Public Power Association on Unsplash